Armoede in kaart 2016

11 / 18

Hoeveel financiële reserves hebben de armen?

27 september 2016|Auteurs: Stella Hoff en Jean Marie Wildeboer Schut

Meeste armen hebben weinig vrij vermogen

Vrijwel alle huishoudens in Nederland hebben wel wat spaargeld. Binnen de arme groep is dit doorgaans bescheiden. De meeste armen (63%) hebben een vrij vermogen tot maximaal € 5.000 (figuur 1).  Meestal is het een klein bedrag, minder dan € 1.000. 2% van de arme huishoudens heeft een negatief vermogen: hun schulden bij de bank overtreffen de tegoeden.  15% van de arme huishoudens heeft een vrij vermogen dat hoger is dan € 50.000. Onder de niet-armen is die groep bijna twee keer zo groot (27%). Van de niet-arme huishoudens heeft ook 2% een negatief vermogen.

Figuur 1 Omvang van het vrije vermogen van arme huishoudens, totaal en uitgesplitst naar woningvorm en inkomensbron, 1 januari 2013 (in procenten per groep)a

Omvang van het vrije vermogen van arme huishoudens, totaal en uitgesplitst naar woningvorm en inkomensbron, 1 januari 2013 (in procenten per groep)

Bron:CBS (Vermogen ’13), SCP-bewerking

Binnen de arme groep hebben huurders vaker een beperkt vrij vermogen dan bezitters van een eigen woning (respectievelijk 76% en 35%). Ook bijstandsontvangers komen laag uit: bijna de helft van deze groep heeft een reserve van minder dan € 1.000. Dit houdt verband met de vermogenstoets waaraan zij moeten voldoen.  Hogere vermogens komen voor bij arme zelfstandigen en gepensioneerden jonger en ouder dan 65 jaar. Ruim de helft van deze drie groepen heeft een vrij vermogen boven € 5.000. Een kwart tot een derde beschikt zelfs over meer dan € 50.000.

Een derde van de arme huishoudens woont in een koopwoning …

Naast vrij vermogen hebben veel mensen vermogen in een eigen woning. Het aantal arme woningbezitters is echter beperkt: 34% heeft een koopwoning (figuur 2). Van de niet-arme huishoudens heeft 80% een eigen woning.

Figuur 2 De overwaarde van de eigen woning bij arme huishoudens, totaal en uitgesplitst naar inkomensbron, 1 januari 2013 (in procenten per groep)

De overwaarde van de eigen woning bij arme huishoudens, totaal en uitgesplitst naar inkomensbron, 1 januari 2013 (in procenten per groep

Bron:CBS (Vermogen ’13), SCP-bewerking

… maar vaak met een kleine of negatieve overwaarde

38% van de arme huiseigenaren heeft een negatieve overwaarde van de woning.  Een op de vijf heeft een overwaarde van maximaal € 50.000. De resterende 43% heeft een woning met een overwaarde boven € 50.000. Dit komt vooral voor bij de gepensioneerden jonger en ouder dan 65 jaar met een inkomen onder de armoedegrens (zie figuur 2).

Informatie noten

Het vrije vermogen van een huishouden is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen zijn de tegoeden van bank- en spaarrekeningen, aandelen en obligaties. De waarde van de eigen woning en de hypotheekrente tellen niet mee. Bij de schulden gaat het om roodstand en bankleningen. Leningen van familie en vrienden staan niet geregistreerd en zijn daarom niet meegenomen in de cijfers.

Het gaat om ruim 10.000 arme huishoudens. Dit aantal is waarschijnlijk een onderschatting, omdat de Vermogensstatistiek niet alle schulden kent. Denk aan informele leningen bij familie en vrienden, maar ook bankleningen met een looptijd van minder dan een kalenderjaar die vóór 1 januari van het volgende jaar zijn afgelost.

Het maximaal toegestane vrije vermogen is € 5.920 voor alleenstaanden en € 11.840 voor alleenstaande ouders en paren (bedragen 2016). Ook mensen met een eigen woning kunnen bijstand krijgen. Dit hangt af van de overwaarde van de woning en het benodigde bijstandsbedrag per jaar.

Dit wil zeggen dat de uitstaande hypotheekschuld groter is dan de WOZ-waarde van het huis.