Armoede in kaart 2016

8 / 18

Arme migranten en autochtonen

27 september 2016|Auteurs: Stella Hoff en Jean Marie Wildeboer Schut

Armoede onder migranten neemt toe

Van alle arme volwassenen in 2014 (824.000 personen) zijn er 335.000 van buitenlandse afkomst. De arme migranten vormen bijna 14% van de totale groep volwassen migranten. Zowel de herkomst als de generatie zijn van invloed. Niet-westerse migranten zijn vaker arm dan westerse. Migranten van de eerste generatie hebben een groter risico op armoede dan migranten van de tweede generatie.

In alle categorieën migranten nam het aantal armen tussen 2007 en 2014 toe. Onder de niet-westerse migranten van de tweede generatie was die toename het sterkst. Voor een deel kwam dit doordat deze bevolkingsgroep als geheel groeide. Het aantal niet-westerse migranten van de tweede generatie nam toe van 213.000 naar 345.000. Belangrijker is dat binnen deze groep ook het armoedepercentage van 9 naar 13 steeg. Samen leidden deze ontwikkelingen tot meer dan een verdubbeling van het aantal armen: van 18.000 naar 45.000.

Personen in armoede naar leeftijd en etnische herkomst, 2007 en 2014 (in aantallen x 1000 en in procenten)

Volwassenen Totaal aantal 2007 Aantal armen 2007 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2007 Totaal aantal 2014 Aantal armen 2014 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2014
Volwassenen Totaal aantal 2007 Aantal armen 2007 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2007 Totaal aantal 2014 Aantal armen 2014 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2014
herkomstland
Nederland 9973.4 356.8 3.6 10085 489.1 4.8
westerse migranten, totaal 1098.5 67.5 6.1 1214.4 103.5 8.5
eerste generatie 466.0 37.0 7.9 577.1 64 11.1
tweede generatie 632.5 30.5 4.8 637.3 40 6.3
Indonesië 345.7 17.5 5.1 336.6 19.8 5.9
EU-15, IJsland, Noorwegen en Zwitserland 569.8 29.9 5.3 581 41.4 7.1
VS, Canada, Australië, N.-Zeeland en Japan 37.2 2.2 5.8 45.4 2.4 5.2
Voormalig Joegoslavië en Albanië 51.9 5.3 10.1 60.8 9.4 15.4
Polen 33.9 4.5 13.4 89.9 12.4 13.8
nieuwe EU-lidstaten, excl. Polen 30.6 4.0 13.1 55 9.9 17.9
Rusland en overige voormalige Sovjetstaten 29.4 4.1 13.8 45.6 8.3 18.3
niet-westerse migranten, totaal 1028.1 142.3 13.8 1241 230.9 18.6
eerste generatie 814.9 123.9 15.2 896.4 186 20.8
tweede generatie 213.2 18.4 8.6 344.6 45 13.1
Suriname 226.9 20.1 8.8 248.7 26.6 10.7
Ned. Antillen en Aruba 72.8 8.7 12.0 83.3 14.4 17.3
Turkije 228.3 32.7 14.3 268.7 48 17.9
Marokko 188.0 27.9 14.8 225.9 49.6 22
overige landen 312.2 52.9 17.0 414.4 92.3 22.3
Kinderen Totaal aantal 2007 Aantal armen 2007 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2007 Totaal aantal 2014 Aantal armen 2014 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2014
Kinderen Totaal aantal 2007 Aantal armen 2007 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2007 Totaal aantal 2014 Aantal armen 2014 Percentage arm t.o.v. gehele groep 2014
herkomstland
Nederland 2708.9 148.7 5.5 2550.6 201.2 7.9
westerse migranten, totaal 210.1 19.8 9.4 236.5 32.5 13.8
eerste generatie 32.4 5.0 15.5 44.9 8.6 19.1
tweede generatie 177.7 14.8 8.3 191.5 24 12.5
Indonesië 26.1 1.8 6.8 16.2 1.5 9.2
EU-15, IJsland, Noorwegen en Zwitserland 111.4 8.2 7.3 117.4 12.7 10.8
VS, Canada, Australië, N.-Zeeland en Japan 22.7 1.3 5.6 21.3 1.8 8.3
Voormalig Joegoslavië en Albanië 18.8 3.1 16.4 18.7 3.6 19
Polen 10.8 1.4 13.3 29.8 5.5 18.4
nieuwe EU-lidstaten, excl. Polen 8.2 1.2 14.2 16.6 4.1 24.6
Rusland en overige voormalige Sovjetstaten 12.2 2.9 23.9 16.3 3.4 21.1
niet-westerse migranten, totaal 528.4 107.2 20.3 523.8 144.6 27.6
eerste generatie 55.6 12.5 22.5 44.7 18.6 41.5
tweede generatie 472.7 94.7 20.0 479.1 126 26.3
Suriname 83.9 10.0 11.9 67 10.3 15.4
Ned. Antillen en Aruba 35.8 5.6 15.8 34.8 9 26
Turkije 120.8 24.5 20.3 96.1 24.6 25.6
Marokko 119.2 28.9 24.2 126.8 39.6 31.2
overige landen 168.6 38.1 22.6 199.2 61 30.6

Bron:CBS (IPO '07 en 2014), SCP-bewerking

Marokkaanse Nederlanders en migranten uit ‘overige’ niet-westerse landen zijn het vaakst arm

Het land van herkomst is van invloed op het armoederisico. Van de Marokkaanse Nederlanders behoort 22% tot een huishouden met een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Onder de migranten uit ‘overige’ niet-westerse landen is dit 22,3%. Dit zijn migranten uit andere niet-westerse landen dan Suriname, de Nederlandse Antillen/Aruba, Turkije en Marokko. Antilliaans/Arubaanse en Turkse Nederlanders zijn minder vaak arm. Toch gaat het ook in deze groepen nog om 17% à 18%. De Surinaamse Nederlanders zijn, met 11% armen, naar verhouding het beste af.

Ook onder westerse migranten heeft het land van herkomst invloed op de kans op armoede. De armoedepercentages van migranten uit West-Europa, de Verenigde Staten of landen als Canada, Japan en Australië liggen tussen 5% en 7%. Migranten uit een aantal Midden- en Oost-Europese landen komen veel vaker met armoede in aanraking. Bij Poolse migranten en migranten uit voormalig Joegoslavië gaat het om 14%. Het armoedepercentage van migranten uit nieuwe EU-lidstaten zoals Roemenië of uit Rusland en de vroegere Sovjetstaten loopt op tot 18%.

De meeste armen zijn autochtone Nederlanders

Autochtone Nederlanders hebben naar verhouding weinig kans op armoede: slechts 5% van de totale autochtone bevolking is arm. Toch komt het aantal autochtone armen nog uit op bijna 490.000 personen, omdat bijna 80% van de bevolking uit autochtonen bestaat. Ook onder de autochtone Nederlanders nam de armoede sinds 2007 toe. In dat jaar verkeerden 357.000 autochtone volwassenen in een armoedesituatie, minder dan 4%.

Het aandeel autochtone Nederlanders in de arme groep nam juist af tussen 2007 en 2014. In 2007 maakten zij 63% van de totale arme groep uit, in 2014 was dit 59%. De recessie heeft dus sterker toegeslagen bij de niet-autochtonen, oftewel de migranten.

Kinderen uit migrantengroepen vaker arm dan volwassenen

Volwassenen uit sommige migrantengroepen hebben een relatief hoog armoederisico. Voor de kinderen uit die groepen geldt dit nog sterker. Van de kinderen uit gezinnen met een niet-westerse achtergrond verkeerde 28% in armoede. Bij de Surinaams-Nederlandse kinderen ging het nog om 15%, maar bij de andere groepen bedroeg het aandeel armen tussen 26% en 31%. En van de migrantenkinderen uit Midden- en Oost-Europa was 18% (Polen) tot 25% (overige nieuwe EU-lidstaten, zoals Bulgarije en Roemenië) arm.

Download Data