8 / 9
Media:Tijd – Nieuwe mogelijkheden, oude gewoonten
Conclusies
Een eerste conclusie van dit onderzoek is dat ingesleten gewoonten van mensen zich niet zo gemakkelijk laten veranderen. Ondanks de toegenomen mogelijkheden is het totale mediagebruik niet gestegen sinds 2013. Media vormen een belangrijk deel van de dagbesteding, maar de hoeveelheid tijd die men aan media besteedt, is de afgelopen jaren niet toe- of afgenomen. Ook het tijdstip waarop Nederlanders media gebruiken is niet veranderd. ’s Ochtends wordt er vooral gelezen, gedurende de dag geluisterd, ’s avonds gekeken en laat in de avond nog even gelezen. Deze dagelijkse routines veranderen niet in omvang en ook niet wat betreft tijdstip waarop mensen bepaalde mediatypes gebruiken.
Daarnaast blijkt dat mensen ook niet massaal alle nieuwe mogelijkheden van het veranderende medialandschap omarmen. Afgelopen jaren hebben de smartphone, de tablet en de televisie met internettoegang een snelle opmars meegemaakt. Dat creëert nieuwe mogelijkheden voor gebruik. Zo maken de smartphone en tablet het mogelijk dat media meer op andere locaties kunnen worden gebruikt, maar uit ons onderzoek komt naar voren dat dat nauwelijks is veranderd en dat Nederlanders voornamelijk thuis gebruikmaken van media. Traditionele vormen van mediagebruik blijven bovendien populair. Lezen doen Nederlanders nog steeds vooral van papier. Televisie kijken we nog steeds het meest op het moment van uitzending (live, oftewel lineair) en de radio staat het vaakst aan op de achtergrond, afgestemd op vaste zenders.
Blijft alles dan bij het oude? Nee, dat is ook niet zo. De manier waarop Nederlanders kijken, luisteren, lezen of communiceren verandert wel. Het lineair televisie kijken en radio luisteren dalen en het gebruik van nieuwe media stijgt, zoals de streamingsdiensten Netflix en Videoland voor het kijken en Spotify en SoundCloud voor luisteren. Er wordt steeds meer niet-lineair gekeken en geluisterd. Ontwikkelingen zoals de daling van gebruik van kranten, tijdschriften, radio en televisie gaan echter helemaal niet zo snel als soms wordt gedacht (Bakker en Scholten 2019). Televisie is nog steeds het belangrijkste medium, de daling van het lezen van papier is de laatste jaren afgevlakt. Toch zijn er wel verschuivingen te zien, vooral onder de jongere leeftijdsgroepen en hoogopgeleiden. Jongere mensen en hogeropgeleiden hebben vaker een smartphone of tablet en maken vaker op de ‘nieuwe’ manieren gebruik van media dan ouderen en lageropgeleiden. Ze kijken en luisteren minder vaak naar vaste televisie- en radio-uitzendingen en lezen relatief vaak van een scherm. Uit eerder SCP-onderzoek naar ouderen en internet bleek dat ouderen vaak wel de voordelen van online zien, maar dit voor lang niet iedereen noodzakelijk achten en zelf liever vasthouden aan het vertrouwde. Jongeren daarentegen gelden als voorlopers in het mediagebruik en hun gebruik kan dienen als een illustratie van toekomstige ontwikkelingen. Op basis hiervan is het aannemelijk dat niet-lineair kijken, luisteren naar streaming-dientsten en lezen van een scherm in populariteit gaan groeien. Zo ver is het echter nog niet. Nieuwe media hebben misschien wel de toekomst, maar ze overheersen nog niet het heden.
Literatuur
Bakker, P. en O. Scholten (2019). Communicatiekaart van Nederland. Overzicht van media en communicatie (tiende druk). Amsterdam: Boom.
Deze kaart citeren
Schaper, J.C., A.M. Wennekers en J. de Haan (2019). Media:Tijd – Nieuwe mogelijkheden, oude gewoonten. In: Trends in Media:Tijd. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/trends-in-mediatijd/mediatijd-nieuwe-mogelijkheden-oude-gewoonten.