Syrische statushouders op weg in NederlandDe ontwikkeling van hun positie en leefsituatie

1 / 19

Samenvatting

Auteurs: Jaco Dagevos (SCP), Emily Miltenburg (SCP), Martine de Mooij (CBS), Djamila Schans (WODC), Ellen Uiters (RIVM) en Alet Wijga (RIVM)

Deze kaart bevat de belangrijkste bevindingen van de studie Syrische statushouders op weg in Nederland: de ontwikkeling van hun positie en leefsituatie. In deze studie kijken we naar de positie en leefsituatie van Syriërs die tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen en hun partner en kinderen die als nareiziger of in het kader van gezinshereniging naar Nederland zijn gekomen. Het gaat om personen van 15 jaar en ouder. Het accent ligt op de vraag welke veranderingen in positie en leefsituatie zich tussen 2017 en 2019 hebben voorgedaan. De beschrijvingen hiervan zijn gebaseerd op de informatie van Syrische statushouders die in beide jaren aan het surveyonderzoek hebben meegedaan. Behalve van de surveygegevens hebben we gebruikgemaakt van informatie uit registers.

Belangrijkste bevindingen in het kort

  • De beheersing van de Nederlandse taal is verbeterd. Steeds meer statushouders sluiten hun inburgering en cursus Nederlandse taal af, meer Syriërs zijn aan het werk en actief op de arbeidsmarkt. Ook neemt de onderwijsparticipatie toe.
  • Jongeren en mannen boeken een grotere vooruitgang (in taal en arbeidsparticipatie) dan 45-plussers en vrouwen.
  • Kinderen van statushouders stromen veel vaker dan kinderen gemiddeld in Nederland door naar het praktijkonderwijs.
  • Zorgelijk blijft de ongunstige fysieke en psychische gezondheid. Hoewel het aandeel psychisch ongezonde mensen enigszins is gedaald, ligt dit nog steeds op een hoog niveau. Veel Syriërs kampen met een slechte mondgezondheid.
  • Syrische statushouders tonen zich tevreden met hun leven in Nederland en met de werking van Nederlandse instituties. Zij ervaren, zeker in vergelijking met andere migrantengroepen, betrekkelijk weinig discriminatie.
  • Hoewel de onderwijs- en arbeidsparticipatie is verbeterd, blijft een groot deel van de Syrische statushouders afhankelijk van een bijstandsuitkering. Veel mensen geven aan dat er in hun huishouden te weinig geld is om rond te komen.

De bevindingen in het licht van de coronacrisis

Dit onderzoek is uitgevoerd voor de uitbraak van het coronavirus. En hoewel op het moment van schrijven onduidelijk is welke gevolgen deze crisis precies zal hebben, is het niet gewaagd om te stellen dat statushouders, die op verschillende domeinen een kwetsbare positie in nemen, hier sterk door geraakt gaan worden. Dit onderzoek wijst op een voorzichtige positieverbetering. De beheersing van de Nederlandse taal is verbeterd en steeds meer Syrische statushouders bewegen zich richting de arbeidsmarkt; het aandeel werkenden neemt toe. Het is te verwachten dat deze gunstige ontwikkeling smoort. De arbeidsmarktpositie van Syrische statushouders is nog heel broos; het gaat bijna zonder uitzondering om flexibele en kleine banen die in tijden van economische neergang doorgaans niet worden gecontinueerd. Uitstroom is het gevolg, de kansen op het vinden van een nieuwe baan zullen naar verwachting sterk afnemen. Een economische crisis treft migranten doorgaans hard, en er zijn geen redenen om aan te nemen dat dit nu anders zal zijn. Ook vrezen we voor de voortgang in de beheersing van het Nederlands. Taalscholen zijn op dit moment dicht en contacten buiten de woning – met wie Nederlands gesproken en geoefend kan worden – zullen beperkt zijn. Ook is het door de strenge coronamaatregelen op het moment van schrijven niet mogelijk om een inburgeringsexamen te doen. Syrische statushouders zijn ook kwetsbaar vanwege hun ongunstige psychische gezondheid. Die verbetert niet door gedwongen thuiszitten, en met onzekerheid over de leefsituatie in Nederland. Heel Nederland maakt vanwege de coronacrisis een moeilijke tijd door, maar dat geldt zeker voor statushouders die bezig waren met hun eerste stappen richting een nieuw bestaan. In de afgelopen jaren is veel beleid tot ontwikkeling gekomen om de participatie van statushouders te verbeteren. Het is te hopen dat ze toekomen aan de volgende stap, maar vanwege hun kwetsbare positie mogen we daar niet al te optimistisch over zijn. Beleid is meer dan ooit nodig om de ongunstige gevolgen voor de positie van statushouders zoveel mogelijk het hoofd te bieden.

Samenvatting

Stijgende onderwijsparticipatie, maar zorg over schooluitval en praktijkonderwijs

Steeds meer Syrische statushouders volgen onderwijs. De onderwijsdeelname onder volwassenen stijgt voorzichtig. Een groot deel van de 12-18-jarige statushouders volgt onderwijs op mbo-niveau, doorgaans op mbo-1-niveau. Daarna vervolgen veel statushouders het onderwijs op mbo-2-4-niveau. Twee ontwikkelingen zijn zorgelijk. Een aanzienlijk deel van de jongeren die als 17-jarigen een verblijfsvergunning kregen, verlaat het onderwijs zonder startkwalificatie zodra zij 18 zijn. Verder stromen kinderen van statushouders veel vaker dan kinderen gemiddeld in Nederland door naar het praktijkonderwijs.

Vooruitgang beheersing Nederlandse taal

Steeds meer Syrische statushouders ronden hun taalcursus af en slagen voor hun inburgeringsexamen. De beheersing van de Nederlandse taal is in de afgelopen jaren verbeterd. In 2017 gaven Syrische statushouders gemiddeld een 4,8 voor hun beheersing van het Nederlands, in 2019 ligt dit gemiddelde cijfer op 5,6 (op een schaal van 1-10). Als je de Nederlandse taal niet goed beheerst, beïnvloedt dit de participatie en het dagelijks leven. Het is een van de belangrijkste redenen die statushouders aanvoeren waarom ze nog geen werk hebben. Ongeveer een derde van de Syrische statushouders ervaart tijdens contact met de huisarts meestal of altijd problemen met de Nederlandse taal.

Lichte daling psychische ongezondheid, maar nog steeds hoog

Het aandeel psychisch ongezonde Syrische statushouders daalde licht, van 42% naar 38%. Maar dat is nog steeds hoog: in de algemene bevolking ligt dit aandeel rond de 13%. Van alle Syrische statushouders ontvangt 8% hulp of begeleiding bij het omgaan met stress, somberheid of angst. Van degenen die geen hulp ontvangen, geeft 8% aan wel behoefte te hebben aan hulp of begeleiding.

Mondgezondheid slecht en steeds meer rokers onder jongeren

Syrische statushouders hebben een slechte mondgezondheid. 18% beoordeelt de gezondheid van hun mond, tanden en kiezen als (zeer) slecht (in onderzoek onder de algemene bevolking is dit nooit hoger dan 4%). Het percentage rokers is onveranderd hoog onder de Syrische statushouders: in 2019 rookt 63% van de Syrische mannen en 27% van de Syrische vrouwen wel eens. Alleen bij Syrische tieners (en niet in de andere leeftijdsgroepen) is het percentage rokers sterk toegenomen. Onder Syriërs die 15-19 jaar oud waren in 2017, steeg het percentage rokers van 31% naar 48% in 2019. In de algemene bevolking van Nederland rookt 16% van de 16-20-jarigen wel eens. Daar staat tegenover dat het percentage alcoholgebruikers onder de Syrische statushouders onveranderd laag is.

Meer Syrische statushouders aan het werk, maar precaire positie blijft

In vergelijking met 2017 is de oriëntatie op de arbeidsmarkt in 2019 toegenomen. Dit blijkt uit een groter aandeel Syrische statushouders dat betaald werk heeft en naar werk zoekt. Tussen 2017 en 2019 liep het aandeel Syrische statushouders met betaald werk op van 11% naar 34%. Wel zijn het overwegend precaire banen: vaak flexibel (92%) en aan de onderkant van de arbeidsmarkt (83% elementaire of lage beroepen). Aan de kenmerken van de banen is tussen 2017 en 2019 weinig veranderd, wel werkt men wat minder vaak in kleine banen (0-11 uur per week).

Dat nog veel Syrische statushouders geen werk hebben of werken aan de onderkant van de arbeidsmarkt zien we terug in de inkomenspositie. Een groot deel van de onderzoeksgroep is afhankelijk van een bijstandsuitkering. Tegelijkertijd zien we een voorzichtige daling van deze afhankelijkheid bij degenen die in 2014 zijn aangekomen. Dit komt waarschijnlijk door de toegenomen arbeidsparticipatie. Toch is de afhankelijkheid van een bijstandsuitkering onder deze groep met 70% (cijfers van 2018) nog steeds zeer hoog. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een substantieel deel (rond de 40%) van de Syrische statushouders aangeeft dat er te weinig geld is om rond te komen. Dat aandeel is tussen 2017 en 2019 nauwelijks veranderd.

Sterke oriëntatie op Nederland en Nederlandse contacten

Voor een groep die nog maar zo kort in Nederland is, is het opvallend dat veel Syriërs zich al Nederlander voelen. Dit is de laatste jaren bovendien toegenomen. In 2017 identificeerde 20% van de Syriërs zich (helemaal) niet als Nederlander, in 2019 geldt dit nog maar voor 13% van de Syriërs. Tegelijkertijd is de groep die zich (heel) sterk als Nederlander identificeert, gegroeid van 34% naar 43%. Deze trend is zichtbaar in alle subgroepen.

De meeste Syriërs zijn nog niet lang genoeg in Nederland om zich te laten naturaliseren. Slechts 4% van de statushouders heeft op dit moment al een Nederlands paspoort. Maar op een enkeling na willen alle Syrische statushouders in ons onderzoek zich op termijn laten naturaliseren.

De sterke identificatie met Nederland gaat hand in hand met frequente sociale contacten met autochtone Nederlanders. Ondanks een lichte daling in de frequentie sinds 2017 gaan Syriërs vaker om met autochtone Nederlanders dan leden van meer gevestigde groepen, zoals personen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Over het geheel genomen zijn Syrische statushouders tevreden met hun leven in Nederland (een 8,2 op een schaal van 1-10).

Hoog vertrouwen in instanties

Opvallend is het hoge vertrouwen in Nederlandse instanties. Vooral de regering, de Nederlandse rechters en de politie genieten veel vertrouwen: tussen de 93% en de 96% van de Syriërs geeft aan deze instanties te vertrouwen. Deze vertrouwenscijfers zijn veel hoger dan onder de algemene bevolking. Ook het vertrouwen in instanties waar statushouders veel contact mee hebben, zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), VluchtelingenWerk Nederland en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), ligt gemiddeld hoog (boven de 80%). Men voelt zich over het algemeen rechtvaardig behandeld door deze instanties. Hierbij valt wel op dat hogeropgeleiden en jongeren kritischer zijn over de bejegening en dat een wat lager aandeel van hen vertrouwen heeft in deze instanties. Een groot deel van de Syriërs maakt zich wel zorgen over of hun verblijfsvergunning verlengd zal worden. 17% doet dit vaak, 33% soms.

Betrekkelijk weinig Syriërs hebben ervaringen met discriminatie

Zes op de tien Syriërs zeggen zelf nooit geconfronteerd te zijn geweest met discriminatie door Nederlanders en ruim een kwart zegt dat ze bijna nooit door Nederlanders gediscrimineerd zijn. Dit aandeel is tussen 2017 en 2019 wel licht gedaald; relatief meer Syriërs hebben dus persoonlijke ervaringen met discriminatie. Maar in vergelijking met de vier grote niet-westerse groepen is het aandeel Syriërs dat persoonlijk met discriminatie te maken heeft gehad nog steeds laag.

Meeste Syriërs onderschrijven democratische waarden, homoacceptatie ligt gevoelig

De overgrote meerderheid van de Syrische statushouders onderschrijft het belang van vrijheid van meningsuiting en van de mogelijkheid voor burgers om mee te beslissen over het bestuur. Ze zijn terughoudend om vragen over homoacceptatie te beantwoorden. Degenen die dit wel doen, zijn vaak geen voorstander van het homohuwelijk. Homoacceptatie ligt moeilijk binnen de Syrische groep.

Religie is belangrijk voor Syriërs

Van de Syriërs is 78% moslim, 8% christen en 13% geeft aan geen geloof aan te hangen. We zien hierin geen grote veranderingen tussen 2017 en 2019. Veel Syriërs hechten een groot belang aan hun geloof. Dit geldt in het bijzonder voor vrouwen, lager opgeleiden en nareizigers. Ongeveer twee derde van de gelovige Syriërs bidt (ten minste) dagelijks. Syrische moslims bidden minder vaak dan Marokkaanse moslims, maar vaker dan Turkse.

Verschillen tussen de Syriërs

Tussen Syriërs onderling zijn de verschillen in positie en leefsituatie soms groot. Hieronder beschrijven we de belangrijkste bevindingen naar een aantal subgroepen. Vanzelfsprekend is er samenhang tussen die kenmerken, maar dat is hier niet onderzocht.

Grootste vooruitgang taal en arbeidsmarkt bij jongeren

Jongeren nemen op verschillende domeinen de meest gunstige positie in. Zij beheersen het Nederlands het best en hun Nederlands is in de afgelopen jaren behoorlijk verbeterd. Jongeren zijn daarnaast vaak actief op de arbeidsmarkt. Het aandeel psychisch ongezonde jongeren is naar verhouding het sterkst gedaald. Niet op alle fronten zijn de bevindingen bij jongeren positief. In lijn met de gedachte van de zogenoemde integratieparadox zien we dat Syrische jongeren, die het meest zijn geïntegreerd, vaker aangeven dat migranten in Nederland worden gediscrimineerd. Ook zijn ze kritischer over de procedurele rechtvaardigheid van instanties en hebben ze wat minder vertrouwen in organisaties als de politie en de regering. Ook de sterke toename van het aandeel rokers onder de jongeren is minder gunstig.

Integratie 45-plussers verloopt moeizaam

Syrische 45-plussers blijven op verschillende terreinen achter. Zij beheersen het Nederlands het minst goed en hun taalbeheersing is in de achterliggende jaren ook weinig vooruitgegaan. Ze zijn het minst vaak geslaagd voor hun inburgering en hebben vaak een ontheffing of vrijstelling van de inburgeringsplicht gekregen. In vergelijking met andere leeftijdsgroepen blijft de arbeidsparticipatie achter. De gezondheid van de 45-plussers is slechter dan die van de jongere leeftijdsgroepen. Meer 45-plussers dan jongere Syriërs rapporteren een slechte ervaren gezondheid, langdurige aandoeningen, beperkingen bij het dagelijks functioneren en slechte mondgezondheid.

Focus bij vrouwen nog op taal, bij mannen al meer op arbeidsmarkt

Vrouwen hebben in 2019 minder vaak dan mannen een taalcursus afgerond. Ook zijn vrouwen minder vaak aan het werk en is het aandeel werkenden bij hen tussen 2017 en 2019 minder snel toegenomen. Ook bij de oriëntatie op de arbeidsmarkt zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen aanzienlijk. Van degenen die niet tot de beroepsbevolking behoren, geven mannen vaker dan vrouwen aan dat ze willen werken en op zoek zijn naar werk.

Positie lageropgeleiden ongunstig

Vooral Syriërs die maximaal basisonderwijs hebben gevolgd, onderscheiden zich ongunstig. Zij beheersen het Nederlands het minst goed. Lageropgeleide Syriërs slagen minder vaak voor examenonderdelen van de inburgering en rapporteren vaak taalproblemen, bijvoorbeeld bij de huisarts. Ook hun arbeidsparticipatie blijft duidelijk achter bij die van andere opleidingscategorieën. Net als in de algemene bevolking van Nederland zien we bij de Syriërs die maximaal basisonderwijs hebben gevolgd hogere percentages met een slechte ervaren gezondheid, met langdurige aandoeningen, met beperkingen in het dagelijks functioneren en met een slechte mondgezondheid dan bij de hogere opleidingsgroepen.

Vooruitgang bij statushouders die in 2014 aankwamen

Verblijfsduur doet ertoe. In dit onderzoek zien we voor verschillende thema’s dat degenen die in 2014 in Nederland aankwamen een andere positie innemen dan degenen die in de jaren daarna naar Nederland kwamen. Zij hebben vaker een taalcursus en de inburgering afgerond. Verder is hun psychische gezondheid meer verbeterd dan van degenen die later zijn gekomen. In de lichting van 2014 is het aandeel personen met een bijstandsuitkering gedaald en heeft men vaker betaald werk. Van degenen die in 2014 naar Nederland kwamen heeft in 2019 ruim twee vijfde een betaalde baan, van de Syriërs die in 2016 aankwamen, heeft een vijfde betaald werk. Maar hoewel de positie van de Syriërs die in 2014 aankwamen dus relatief is verbeterd, is nog steeds 70% van hen afhankelijk van een bijstandsuitkering (cijfers van 2018).

Deze kaart citeren

Dagevos, J., E. Miltenburg, M. de Mooij , D. Schans, E. Uiters en A. Wijga (2020). Samenvatting. In: Syrische statushouders op weg in Nederland: De ontwikkeling van hun positie en leefsituatie. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/syrische-statushouders-op-weg-in-nederland/samenvatting.

Informatie noten

Het gaat hier om een zogenoemd gebalanceerd panel: het betreft 2544 personen die zowel in 2017 als in 2019 aan de survey hebben meegedaan. Zie kaart Over deze publicatie (project en methoden) voor meer informatie over de gehanteerde data en methoden.

Meer verklarende, multivariate vraagstukken staan centraal in een vervolgstudie die binnen dit project uitgevoerd gaat worden.