7 / 19
Psychische gezondheid
Psychische ongezondheid gedaald, maar nog steeds hoog
In twee jaar tijd is de psychische ongezondheid onder Syrische statushouders licht gedaald. Het aandeel Syrische statushouders dat in de categorie ‘psychisch ongezond’ valt, is gedaald van 42% in 2017 naar 38% in 2019. Het aandeel is tussen 2017 en 2019 het sterkst gedaald in de jongste groep (15-24 jaar): van 46% naar 35%. Bij de opleidingsgroepen valt op dat het aandeel Syrische statushouders dat psychisch ongezond is, niet is afgenomen bij de hoogst opgeleide Syriërs (43% in 2017 en 42% in 2019).
Figuur 1Psychische ongezondheida
aOp basis van een totaalscore < 60 punten op de RAND Mental Health Inventory-5 (MHI-5)
Bron:SCP/CBS (NSN’17 en ’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens
Meting van psychische gezondheid
Psychisch ongezond houdt in: een totaalscore op de RAND Mental Health Inventory-5 (MHI-5) < 60 punten (Driessen 2011). De MHI-5 brengt met vijf vragen aspecten van de gemoedstoestand in de afgelopen vier weken in kaart: erg zenuwachtig; neerslachtig en somber; kalm en rustig; zo erg in de put (down) dat niets u kon opvrolijken; gelukkig. Respondenten kunnen voor iedere vraag kiezen uit zes antwoordcategorieën: voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden of nooit. Op basis van de antwoorden wordt een somscore berekend, de maximale score is 100 punten (Van der Zee en Sanderman 1993). Hoe lager de score, hoe slechter de psychische gezondheid.
Verandering in psychische gezondheid verschilt per aankomstjaar
Tussen 2017 en 2019 laat de psychische gezondheid van Syrische statushouders met aankomstjaar 2014 of eerder een verbetering zien (van 45% psychisch ongezond in 2017 naar 39% in 2019). Het aandeel Syrische statushouders dat psychisch ongezond is onder degenen met aankomstjaar 2016 neemt juist toe (van 37% in 2017 naar 44% in 2019). Voor deze tegenstelling zijn verschillende verklaringen mogelijk. Ten eerste kan het te maken hebben met het feit dat voor de Syrische statushouders met de langste verblijfsduur de ontberingen van de oorlog en de vlucht langer achter hen liggen. Het is ook mogelijk dat het verschil wordt verklaard door het grotere aandeel met een betaalde baan in de groep Syrische statushouders met de langste verblijfsduur (zie kaart Werk en werkloosheid). Een andere verklaring is dat in de groep met de langste verblijfsduur veel mannen zitten. De psychische gezondheid van mannen was al in 2017 beter dan die van vrouwen en is ook iets sterker verbeterd in 2019 (zie figuur 1). De groep Syrische statushouders met aankomstjaar 2016 is een relatief kleine groep (n=124) waarin zich relatief veel vrouwen en nareizigers bevinden.
Weinig verandering in niet goed slapen tussen 2017 en 2019, oudste Syrische statushouders slapen het slechtst
Het percentage Syriërs dat meestal niet goed slaapt is niet veranderd tussen 2017 en 2019 (36% versus 35%) (figuur 2). Niet goed slapen wordt vaak beschouwd als indicator voor zorgen hebben en piekeren. De Syrische statushouders van 45 jaar en ouder slapen het vaakst niet goed, zowel in 2017 als in 2019.
We zien hier hetzelfde beeld als bij psychische ongezondheid. Bij Syriërs die in 2014 of eerder in Nederland zijn komen wonen, is het aandeel dat niet goed slaapt licht afgenomen (van 39% tot 34%). En tegelijkertijd zien we een kleine stijging (van 32% naar 37%) bij degenen die in 2016 in Nederland aankwamen. Voor mannen en vrouwen en voor statushouders met verschillende opleidingsniveaus zijn geen noemenswaardige veranderingen te zien tussen 2017 en 2019 in het aandeel dat niet goed slaapt.
Figuur 2Niet goed slapena
aDe vraag over slaap luidde: ‘Hoe vaak heeft u in de afgelopen vier weken goed geslapen?’, met antwoordcategorieën voortdurend, meestal, vaak, soms, zelden en nooit. De categorieën soms, zelden en nooit zijn een indicatie van meestal niet goed slapen.
Bron:SCP/CBS (NSN’17 en ’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens
Geen verschil in eenzaamheid tussen mannen en vrouwen, wel tussen leeftijdsgroepen
In 2019 voelt 27% van de Syrische statushouders zich (heel) vaak eenzaam (figuur 3). Voor mannen en vrouwen is dit percentage ongeveer gelijk: 27% van de mannen en 26% van de vrouwen voelt zich in 2019 (heel) vaak eenzaam. Ook naar jaar van aankomst zien we geen noemenswaardige verschillen in het aandeel Syriërs dat zich (heel) vaak eenzaam voelt.
Eenzaamheid komt meer voor bij Syrische statushouders van 25-34 jaar (32%) dan bij Syrische statushouders van 35 jaar en ouder: rond de 23% voor zowel 35-44-jarigen als 45-plussers (figuur 3). In de Nederlandse bevolking van 35-49 jaar voelt 40% van de mannen en vrouwen zich eenzaam en voelt 10% zich (zeer) ernstig eenzaam (RIVM 2020). De gegevens over eenzaamheid van de Syrische statushouders en de Nederlandse bevolking zijn niet direct vergelijkbaar, omdat ze gebaseerd zijn op een heel andere vragenlijst.
Figuur 3Eenzaamheida
aDe vraag voor eenzaamheid luidde: ‘Hoe vaak voelde u zich in de afgelopen vier weken (heel) eenzaam?’. ‘(Heel) vaak eenzaam’ omvat de antwoordcategorieën voortdurend, meestal en vaak. Eenzaamheid is alleen uitgevraagd in 2019.
Bron:SCP/CBS (NSN’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens
Laagopgeleide statushouders minder vaak eenzaam dan hogeropgeleiden
Wat eenzaamheid betreft lijken de Syrische statushouders die maximaal basisonderwijs of lager middelbaar onderwijs hebben gevolgd op elkaar: in beide groepen ligt het aandeel dat zich (heel) vaak eenzaam voelt rond de 23%. Bij Syrische statushouders die hoger middelbaar en beroepsonderwijs of hoger onderwijs hebben gevolgd liggen die percentages wat hoger. In deze groepen voelt 28% respectievelijk 32% zich (heel) vaak eenzaam.
Bijna 8% van de statushouders ontvangt hulp bij psychische problemen
Van alle Syrische statushouders ontvangt bijna 8% in 2019 hulp of begeleiding bij het omgaan met stress, somberheid of angst (voor 2017 is hierover geen informatie beschikbaar). Syrische vrouwen ontvangen in 2019 iets vaker hulp bij het omgaan met stress, somberheid of angst dan Syrische mannen (10% versus 7%). Bijna 5% van de Syriërs heeft in het verleden hulp ontvangen, maar nu niet meer. Een kleine groep (2%) heeft wel geprobeerd hulp te vinden, maar is daar niet in geslaagd.
Meten van gebruik van psychologische hulp en begeleiding
In het onderzoek van 2019 hebben de Syrische statushouders de volgende vragen ingevuld over het gebruik van psychologische hulp en begeleiding:
Krijgt u hulp of begeleiding bij het omgaan met stress, somberheid of angsten? (bijvoorbeeld van een psycholoog, de huisarts, vrienden of familie)
1: ja
2: nee, wel gehad maar nu niet meer
3: nee, nooit gebruik van gemaakt
4: nee, wel geprobeerd maar is niet gelukt om hulp te krijgen
5: nee, ik heb geen last van stress, somberheid of angsten
Van wie kreeg/krijgt u deze hulp of begeleiding? (meerdere antwoorden mogelijk)
1: huisarts of medewerker van de huisarts
2: psycholoog of psychiater
3: vrienden of familie
Vindt u zelf dat u op dit moment hulp of begeleiding van een zorgverlener nodig heeft bij het omgaan met stress, somberheid of angsten?
1: ja
2: nee, niet nodig
Wat zijn de belangrijkste redenen waarom u geen hulp of begeleiding hiervoor gebruikt? (meerdere antwoorden mogelijk)
1: de Nederlandse taal is een probleem als ik met een zorgverlener wil praten.
2: kosten (eigen risico van de zorgverzekering en/of reiskosten).
3: ik zou graag hulp/begeleiding krijgen van een Arabischsprekende zorgverlener, maar die heeft een wachtlijst en/of woont ver weg.
4: ik vind het moeilijk om met een zorgverlener te praten over stress, somberheid en angsten.
5: ik heb zorg gehad, maar dat viel tegen/hielp niet.
6: ik denk dat het toch niet gaat helpen.
De eerste vraag werd aan alle deelnemers van het onderzoek gesteld, de vervolgvragen alleen aan subgroepen van mensen voor wie dat relevant was, bijvoorbeeld omdat ze de eerste vraag met ‘ja’ hadden beantwoord.
Ontvangen hulp is in een derde van de gevallen geen professionele hulp
Van de subgroep Syrische statushouders die hulp ontvangt, krijgt bijna een derde (31%) deze hulp uitsluitend van familie of vrienden en niet van een professional. De anderen uit deze subgroep krijgen (ook) hulp van een professional zoals een psycholoog of psychiater of de (praktijkondersteuner van de) huisarts. Syrische vrouwen ontvangen vaker alleen hulp van familie en vrienden (38%) dan Syrische mannen (27%). Meer Syrische mannen ontvangen (ook) hulp van een psycholoog of psychiater (56%) dan Syrische vrouwen (42%).
Van de Syrische statushouders die geen hulp ontvangen, heeft 8% daar wel behoefte aan
Van de Syrische statushouders die geen hulp ontvangen, geeft 8% aan wel behoefte te hebben aan hulp of begeleiding. Een derde van zowel de mannen als de vrouwen noemt taalproblemen als reden dat ze desondanks geen hulp krijgen. Vrouwen noemen daarnaast als meest voorkomende reden dat ze het moeilijk vinden om over angst, somberheid of stress te praten of dat ze verwachten dat het niet gaat helpen. Mannen noemen het vaakst de kosten.
Literatuur
Driessen, M. (2011). Geestelijke ongezondheid in Nederland in kaart gebracht. Een beschrijving van de MHI-5 in de gezondheidsmodule van het Permanent Onderzoek Leefsituatie. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Jong Gierveld, J., de en F.H. Kamphuis (1985). The development of a Rasch-type loneliness-scale. In: Applied Psychological Measurement, jg. 9, nr. 3, p. 289-299.
RIVM (2020). Eenzaamheid naar leeftijd. Eenzaamheid neemt toe met de leeftijd. Geraadpleegd 23 maart 2020 via https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/eenzaamheid/cijfers-context/huidige-situatie#node-eenzaamheid-naar-leeftijd.
Zee, K.I. van der en R. Sanderman (1993). Het meten van de algemene gezondheidstoestand met de RAND-36. Een handleiding. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Deze kaart citeren
Spijkerman, A. en E. Uiters (2020). Psychische gezondheid. In: Syrische statushouders op weg in Nederland: De ontwikkeling van hun positie en leefsituatie. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/syrische-statushouders-op-weg-in-nederland/psychische-gezondheid.
Informatie noten
In deze studie kijken we naar het cohort Syriërs dat tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 een verblijfsvergunning asiel heeft gekregen en hun kinderen en partner die als nareiziger of in het kader van gezinshereniging naar Nederland zijn gekomen.
Voor het meten van eenzaamheid onder de Nederlandse bevolking is de veelgebruikte en gevalideerde eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld gebruikt (De Jong Gierveld en Kamphuis 1985). Deze vragenlijst bestaat uit 11 vragen.
Deze subgroep bestaat uit 300 Syrische statushouders die aangaven hulp of begeleiding te krijgen bij het omgaan met stress, somberheid of angsten.