Syrische statushouders op weg in NederlandDe ontwikkeling van hun positie en leefsituatie

17 / 19

Discriminatie en acceptatie

Auteurs: Jaco Dagevos en Emily Miltenburg (SCP)

Ervaren discriminatie laag, wel lichte toename

In 2017 was 74% van de Syrische statushouders van mening dat in Nederland discriminatie van migranten door Nederlanders (bijna) nooit voorkomt. In 2019 is dit aandeel licht gedaald, maar nog steeds denkt het merendeel (68%) in 2019 dat discriminatie van migranten in Nederland nooit of bijna nooit voorkomt. In vergelijking met andere migrantengroepen zijn Syriërs gunstig gestemd over de omvang van discriminatie in Nederland. Onderzoek uit 2009 onder vier vluchtelingengroepen van Iraakse, Iraanse, Somalische en Afghaanse komaf wijst uit zij veel vaker vinden dat migrantengroepen in Nederland worden gediscrimineerd: tussen de 20% en 45% zegt dat discriminatie (bijna) nooit voorkomt (Muller 2011). Dit aandeel ligt bij personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse origine nog lager: tussen de 10% en 15% is van mening dat in Nederland migrantengroepen (bijna) nooit worden gediscrimineerd (cijfers van 2015; Andriessen 2016).

Zes op de tien Syriërs zeggen zelf nooit geconfronteerd te zijn geweest met discriminatie door Nederlanders en ruim een kwart geeft aan bijna nooit door Nederlanders gediscrimineerd te zijn. Dit aandeel is tussen 2017 en 2019 wel licht gedaald, relatief meer Syriërs hebben dus persoonlijke ervaringen met discriminatie. Maar in vergelijking met de vier grote niet-westerse groepen is het aandeel Syriërs dat persoonlijk met discriminatie te maken heeft gehad nog steeds laag. Heeft circa 85% van de Syriërs (bijna) nooit persoonlijk ervaringen met discriminatie gehad, bij personen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond geldt dit voor ongeveer de helft (Andriessen 2016). Leden van de vier vluchtelingengroepen uit het onderzoek uit 2009 zitten hiertussenin: tussen de 60% en ruim 70% heeft persoonlijk (bijna) nooit ervaringen gehad met discriminatie (Muller 2011).

Ervaren discriminatie door Syriërs of andere migranten komt iets minder vaak voor (zeven op de tien geven aan dat het nooit voorkomt). Dit aandeel is stabiel over de jaren.

Figuur 1Discriminatiea, b

aEr is op drie manieren informatie verzameld over ervaren discriminatie. Allereerst is de stelling voorgelegd ‘Sommige mensen zeggen dat migranten door Nederlanders worden gediscrimineerd’ en gevraagd hoe vaak dat volgens de respondent gebeurt. De ondervraagden konden kiezen tussen nooit, bijna nooit, af en toe, vaak of zeer vaak. Daarnaast is gevraagd hoe vaak men zelf wel eens gediscrimineerd is door Nederlanders en hoe vaak men gediscrimineerd is door Syriërs of andere migranten.

bHet panel is gebalanceerd voor missende waarden. Voor discriminatie algemeen (n)=2323 in beide jaren (in 2017 4%, in 2019 5% missende waarden), voor ervaren discriminatie door Nederlanders (n)=2471 in beide jaren (in 2017 1%, in 2019 2% missende waarden) en voor discriminatie door Syriërs of andere migranten (n)=2421 in beide jaren (in 2017 2%, in 2019 3% missende waarden).

Bron:SCP/CBS (NSN’17 en ’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens

De daling in het aandeel Syriërs dat aangeeft dat discriminatie van migranten door Nederlanders nooit voorkomt is sterker bij mannen dan bij vrouwen. In 2019 geven vrouwen vaker aan dat discriminatie nooit voorkomt, maar de verschillen zijn klein. Jongeren geven in 2019 veel minder vaak aan dat migranten in Nederland nooit worden gediscrimineerd. Ook de verschillen naar opleiding in 2019 zijn groot: 39% van de Syriërs die maximaal basisonderwijs hebben gevolgd geeft aan dat discriminatie nooit voorkomt, terwijl 17% van de mensen die hoger onderwijs hebben gevolgd dat zegt. Mogelijk hangt dit samen met de hogere participatie van jongeren en hogeropgeleiden, waardoor ze meer in contact komen met de Nederlandse samenleving. Verder is het denkbaar dat zij meer meekrijgen van het vaak negatief getoonzette politieke en maatschappelijke debat in Nederland over integratie en de multiculturele samenleving. Dit zien we ook in ander onderzoek onder migranten. Het wordt wel samengevat met de term ‘integratieparadox’: juist degenen die beter zijn geïntegreerd, ervaren meer discriminatie (vgl. Gijsberts en Vervoort 2007).

Figuur 2Migranten nooit gediscrimineerda, b

aWe tonen hier het aandeel dat aangeeft dat migranten door Nederlanders nooit worden gediscrimineerd.

bOp deze vraag waren in 2017 (4%) en 2019 (5%) missende waarden. Het panel is gebalanceerd, (n)=2323 in beide jaren.

Bron:SCP/CBS (NSN’17 en ’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens

Beoordeling maatschappelijk klimaat stabiel

Over het algemeen is men zeer positief over het maatschappelijk klimaat in Nederland. De stelling dat je als migrant alle kansen krijgt wordt in 2019 door bijna driekwart onderschreven. Met de andere drie stellingen zijn ruim negen op de tien Syriërs het (helemaal) eens. Tussen 2017 en 2019 zijn deze opvattingen over het maatschappelijk klimaat stabiel gebleven.

De vier vragen vormen samen een goede schaal (niet getoond in een figuur, α=.8). De scores zijn de afgelopen twee jaar licht gedaald (van 4,4 naar 4,3 op schaal van 1-5), maar de verschillen zijn erg klein. In het algemeen is ook bij de subgroepen sprake van een stabiel beeld. Voor zover er verschillen zijn, zijn die zeer klein.

Figuur 3Ervaren maatschappelijk klimaata, b

aDe respondenten is gevraagd hoe zij het maatschappelijk klimaat in Nederland ervaren ten aanzien van migranten. Daartoe zijn vier stellingen voorgelegd: of je als migrant kansen krijgt, of je rechten als migrant gerespecteerd worden, of Nederland een gastvrij land is voor migranten en of Nederland openstaat voor andere culturen. We tonen hier het percentage ‘(helemaal) mee eens’.

bHet panel is gebalanceerd voor missende waarden. Voor kansen krijgen (n)=2361 in beide jaren (in 2017 4%, in 2019 3% missende waarden), voor rechten gerespecteerd (n)=2505 in beide jaren (in 2017 1%, in 2019 1% missende waarden), voor gastvrij land (n)=2481 in beide jaren (in 2017 1%, in 2019 1% missende waarden), en voor open voor andere culturen (n)=2471 in beide jaren (in 2017 2%, in 2019 1% missende waarden).

Bron:SCP/CBS (NSN’17 en ’19 verrijkt met registergegevens), gewogen gegevens

Ook in vergelijking met andere migrantengroepen (zie Andriessen 2016) zijn Syriërs positief gestemd over het maatschappelijk klimaat in Nederland. Onderzoek laat zien dat dit kenmerkend is voor migranten die nog maar kort in een land verblijven, maar dat de stemming verslechtert naarmate migranten langer in een land wonen (Hendriks 2018). Dat laatste zien wij nog niet terug bij Syrische statushouders: onder hen is tussen 2017 en 2019 aan het zogenoemde migrantenoptimisme maar weinig veranderd. Wel zijn er voorzichtige aanwijzingen voor de integratieparadox: jongeren en hogeropgeleiden ervaren vaker discriminatie.

Literatuur

Andriessen, I. (2016). De multi-etnische samenleving onder druk? In: W. Huijnk en I. Andriessen (red.), Integratie in zicht? De integratie van migranten in Nederland op acht terreinen nader bekeken (p. 259-298). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Gijsberts, M. en M. Vervoort (2007). Wederzijdse beeldvorming. In: J. Dagevos en M. Gijsberts (red.), Jaarrapport integratie 2007 (p. 282-310). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Muller, P. (2011). Identificatie, acceptatie en discriminatie. In: E. Dourleijn en J. Dagevos (red.), Vluchtelingengroepen in Nederland. Over de integratie van Afghaanse, Iraakse, Iraanse en Somalische migranten (p. 190-206). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Deze kaart citeren

Dagevos, J. en E. Miltenburg (2020). Discriminatie en acceptatie. In: Syrische statushouders op weg in Nederland: De ontwikkeling van hun positie en leefsituatie. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/syrische-statushouders-op-weg-in-nederland/discriminatie-en-acceptatie.

Informatie noten

In deze studie kijken we naar het cohort Syriërs dat tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 een verblijfsvergunning asiel heeft gekregen en hun kinderen en partner die als nareiziger of in het kader van gezinshereniging naar Nederland zijn gekomen.