Syrische statushouders op weg in NederlandDe ontwikkeling van hun positie en leefsituatie

2 / 19

Demografie

Auteur: Corina Huisman (CBS)

89.000 verblijfsvergunningen asiel

Tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2017 hebben 89.000 personen een verblijfsvergunning asiel gekregen. Syriërs vormden met 58.000 statushouders verreweg de grootste groep, gevolgd door Eritreeërs met 15.000 personen. Deze kaart richt zich op de demografische samenstelling en spreiding van deze groepen statushouders. De nadruk ligt op de grootste groep, de Syriërs, waarbij telkens een vergelijking wordt gemaakt met de overige statushouders.

Terminologie: statushouders en nareizigers

Deze kaart richt zich op de statushouders die tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2017 een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen en dus in Nederland mogen blijven. Het kan zijn dat mensen uit deze groep hun asielverzoek vóór deze periode hebben aangevraagd. Dit geldt met name voor degenen die in 2014 een asielvergunning hebben gekregen: zij kunnen hun asielverzoek in 2013, of misschien nog eerder, hebben ingediend.

Statushouders zijn alle personen die een verblijfsvergunning asiel hebben ontvangen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In vrijwel alle gevallen gaat het om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.

Nareizigers zijn gezinsleden van de statushouders aan wie onder speciale voorwaarden een machtiging voor verblijf (mvv) wordt verleend. Wanneer een mvv wordt verstrekt, krijgen deze gezinsleden na binnenkomst in Nederland een afgeleide asielvergunning. Zij behoren dan ook tot de statushouders.

Daarnaast worden ook de gezinsleden van statushouders meegenomen die via reguliere gezinshereniging naar Nederland komen. Deze familieleden worden in dit onderzoek meegeteld als statushouders, hoewel ze feitelijk geen asielvergunning hebben. Als de nationaliteit van een persoon onbekend is, wordt die afgeleid van het geboorteland of het land van herkomst (Verschuren et al. 2019).

De surveygegevens waar de meeste andere kaarten van deze publicatie op zijn gebaseerd, hebben betrekking op het cohort dat tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2016 een status heeft gekregen. De kaarten Demografie, Onderwijs, Inburgering en Uitkering en rondkomen zijn niet (alleen) gebaseerd op surveygegevens, maar (grotendeels) gebaseerd op registerdata en gaan over het cohort statushouders dat tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2017 een status heeft gekregen. Voor deze drie onderwerpen zijn die registerdata voor de hele periode beschikbaar. Dit vergemakkelijkt de vergelijking tussen de jaren. Door naar heel 2016 te kijken, is de groep statushouders van 2016 niet onnodig klein.

Steeds groter aandeel vergunningen aan Syriërs

Figuur 1 toont allereerst de procentuele verdeling van het aantal verleende vergunningen per vergunningscohort van zes groepen statushouders: Syriërs, Irakezen, Afghanen, Eritreeërs, Iraniërs en overige nationaliteiten.

Figuur 1Verleende vergunningen

Bron:CBS

In 2014 kregen bijna 20.000 asielzoekers (inclusief nareizigers en reguliere gezinsherenigers van asielzoekers) een verblijfsvergunning asiel, in 2015 waren dit er 33.000 en in 2016 bijna 37.000. Syriërs namen in elk van de drie jaren het merendeel van de verkregen vergunningen voor hun rekening. Bovendien nam hun aandeel in het totale aantal afgegeven vergunningen in de loop van de tijd toe, van iets meer dan de helft in 2014 tot meer dan 70% in 2016. Ongeveer een vijfde van alle afgegeven vergunningen werd uitgereikt aan Eritreeërs, getalsmatig de tweede groep. Hun aandeel in het totaal nam echter af van 20% in 2015 tot 14% in 2016.

Met name in de cohorten 2015 en 2016 is onder nareizigers en gezinsherenigers het aandeel Syriërs hoog: 80% van cohort 2015 en 75% van cohort 2016. In de cohorten 2014 en 2015 is het aandeel Eritreeërs onder de nareizigers en gezinsherenigers opvallend laag.

Veel jonge mannen

Er zijn meer mannen dan vrouwen onder de personen die een verblijfsvergunning asiel hebben gekregen. Onder de 89.000 personen die in 2014, 2015 of 2016 een verblijfsvergunning asiel kregen, waren 52.000 mannen (59%) en 35.000 vrouwen.

Zo’n 31% van de asielzoekers is jonger dan 18 jaar als ze een asielvergunning krijgen, 61% is tussen de 18 en 45 jaar oud, en 8% is 45 jaar of ouder.

Figuur 2Statushouders naar leeftijd en geslacht

Bron:CBS

Het aandeel minderjarigen liep tussen 2014 en 2016 op van 27% naar 32%, het aandeel 18-45-jarigen daalde in die jaren van 65% naar 59%. Het aandeel vrouwen nam toe tussen 2014 en 2016: van 37% in 2014 via 42% in 2015 naar 41% in 2016. Beide ontwikkelingen komen doordat het aantal nareizigers is toegenomen. De groep nareizigers bestaat voor een groter deel uit vrouwen en kinderen dan de groep die in 2014 een verblijfsvergunning kreeg. Deze laatste groep bestond voor een groot deel uit mannen die alleen zijn gekomen.

Onder Syriërs, die met 58.000 verkregen vergunningen het beeld voor een belangrijk deel bepalen, bevinden zich 35.000 mannen en 23.000 vrouwen. Vooral het aantal jonge Syriërs valt op: ongeveer 40% is jonger dan 18 jaar. De meeste asielzoekerskinderen en jongeren komen met hun ouders naar Nederland. Maar er komen ook jongeren zonder ouders. Dat zijn alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s).

Minder alleenstaanden onder Syriërs

Een maand na het verkrijgen van hun vergunning leeft 31% van de statushouders als alleenstaande, is 31% een thuiswonend kind en leeft 24% samen met een partner met een of meer kinderen. Ongeveer 3% is uit Nederland vertrokken of overleden. Onder de Syriërs zijn naar verhouding meer thuiswonende kinderen, meer partners met kinderen en minder alleenstaanden dan onder de overige statushouders. De overige groepen kennen veel minder thuiswonende kinderen en meer alleenstaanden. Een relatief groter aandeel van deze groepen is vertrokken uit Nederland of overleden (6%). Onder Syriërs is dit 2%.

Figuur 3Plaats in het huishoudena

aPlaats in het huishouden op het moment van huisvesting in een gemeente (eerste maand buiten de asiel opvang)

Bron:CBS

Als we de opeenvolgende vergunningscohorten met elkaar vergelijken, dan blijkt dat de huishoudenspositie van asielzoekers die in Nederland een vergunning krijgen over de jaren is veranderd. Zo bevinden zich onder de Syrische statushouders uit de jongere cohorten steeds meer kinderen. Hun aandeel loopt op van 31% onder degenen die in 2014 een vergunning kregen, naar 36% onder de groep die in 2016 een vergunning kreeg toegekend. Tegelijkertijd neemt het aandeel alleenstaanden en partners in een paar met kinderen af. Bij de overige statushouders zien we hetzelfde beeld. Vooral het aandeel alleenstaanden neemt hier van jaar op jaar af. Dit komt doordat zich in de jongere cohorten meer nareizigers en gezinsherenigers bevinden dan in het oudste cohort.

Syriërs realiseren vaker gezinshereniging

Figuur 4 toont de veranderingen van de gezinssituatie van statushouders 30 maanden nadat ze de vergunning kregen, voor de cohorten 2014 en 2015 gezamenlijk. Het cohort 2016 kunnen we nog geen 30 maanden volgen. Zo’n 70% van de asielmigranten die in 2014 en 2015 een vergunning kregen, maakte in de tweeënhalf jaar na toekenning van hun vergunning geen wijziging in de gezinssituatie mee. Onder Syriërs was dat aandeel met 67% iets lager. Vaker dan bij andere groepen vond bij hen al binnen tweeënhalf jaar gezinshereniging plaats. Bij Syriërs verlopen de procedures sneller doordat zij vaker in het bezit zijn van officiële documenten (zoals een huwelijksakte of geboorteakte) die een familieband bewijzen.

De overige groepen asielmigranten maakten in de tweeënhalf jaar na het verkrijgen van hun vergunning nauwelijks een verandering in hun gezinssituatie mee. Slechts 24% maakte een wijziging door. Vaak ging het om gezinshereniging vanwege de nareisregeling of reguliere gezinshereniging.

Figuur 4Gezinsvorming en -hereniginga

aGezinsvorming en -hereniging onder statushouders (cohorten 2014 en 2015, exclusief nareizigers), 30 maanden na de ingangsdatum van de vergunning.

Bron:CBS

Gemeente van vestiging

Wanneer asielzoekers een verblijfsvergunning ontvangen, hebben gemeenten de taak om hen te huisvesten. Rijk, provincie en gemeenten hebben afspraken gemaakt over het aantal statushouders waarvoor een gemeente woonruimte moet verschaffen. Hierbij wordt gekeken naar het aantal inwoners in een gemeente.

Figuur 5Statushouders per gemeentea

Aantal Syrische statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2017

aAantal Syrische statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2017

Aantal Syrische statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2018

aAantal Syrische statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2018

Aantal overige statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2017

aAantal overige statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2017

Aantal overige statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2018

aAantal overige statushouders (cohorten 2014 en 2015) per 10.000 inwoners van de gemeentelijke bevolking op 1 januari 2018

Bron:CBS

Op 1 januari 2017 woonden er per 10.000 inwoners 30 statushouders in Nederland die in 2014 of 2015 een vergunning hadden gekregen. Van deze 30 statushouders hadden er 18,5 de Syrische nationaliteit en 11,5 een overige nationaliteit. De kaarten laten zien waar de statushouders op 1 januari 2017 en op 1 januari 2018 woonden.

De 32.000 Syrische vluchtelingen die in 2014 en 2015 een verblijfsvergunning ontvingen, bepalen voor een groot deel het totaalbeeld. Er is nu nog weinig verschil in spreiding tussen de diverse groepen, en ook verschillen tussen gemeenten en tussen de twee jaren zijn relatief klein. Daarvoor is de onderzochte periode te kort.

Relatief gezien wonen de meeste Syrische statushouders in kleinere gemeenten zoals Rozendaal, Zoeterwoude, Rijnwaarden en Lopik. De absolute aantallen zijn echter klein (in totaal 140 Syrische statushouders in 2017 en 135 statushouders in 2018).

Van de grotere gemeenten valt Den Haag op, met in 2018 een relatief hoog aandeel overige statushouders: 19 per 10.000 inwoners. In totaal wonen er in Den Haag 1625 statushouders die in 2014 of 2015 een vergunning hebben gekregen.

Literatuur

Verschuren, L., Z. Driessen, E. Ebenau, C. Huisman en S. Verschuren (2019). Asiel en integratie 2019. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Deze kaart citeren

Huisman , C. (2020). Demografie. In: Syrische statushouders op weg in Nederland: De ontwikkeling van hun positie en leefsituatie. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/syrische-statushouders-op-weg-in-nederland/demografie.

Informatie noten

Van ongeveer 1600 personen is het geslacht onbekend.