ApothekenOpmerking
- De reële uitgaven van apotheken bedragen in 2015 bijna 1,3 miljard euro. Dat is een groei van 74% ten opzichte van 1998. Dat is een minder snelle groei dan gemiddeld in de curatieve zorg (90%).
- Het aantal verstrekte recepten (ofwel de dienstverlening) is tussen 1998 en 2015 toegenomen met 112%. Dit komt door veranderingen in het voorschrijfgedrag van vooral huisartsen.
- De groei in de reële uitgaven blijft achter bij de dienstverlening doordat de arbeidsproductiviteit toeneemt. Vanwege financiële krapte zien apotheken zich genoodzaakt minder personeel in te zetten.
Kader 1Kerncijfers apotheken
In 2015 verstrekken apotheken 239 miljoen keer medicijnen. De uitgaven van apotheken (apotheekvergoeding) bedragen bijna 1,3 miljard euro, ofwel 4% van de sector curatieve zorg. De uitgaven hebben betrekking op de handelingen die apotheken verrichten en niet op de waarde van de medicijnen. Het merendeel van de uitgaven (58%) betreft personele bestedingen. De apotheken zijn in 2015 goed voor bijna 18.000 arbeidsjaren (7% van de curatieve zorg).
Bron:SCP (DPS)
Als mensen medicatie nodig hebben om gezondheidsproblemen te voorkomen, bestrijden of verminderen, dan kan de huisarts of medisch specialist (net als de tandarts) daar een recept voor uitschrijven. Vervolgens verstrekt de apotheek deze geneesmiddelen. Tot de taken van de apotheker behoren de inkoop van geneesmiddelen en ten dele de bereiding daarvan, evenals de controle op recepten en de begeleiding bij het gebruik van geneesmiddelen door de patiënten. Verder biedt de apotheker voorlichting aan patiënten, zorgverleners en zorginstellingen.
We bekijken in dit onderzoek alleen de uitvoeringskosten van de apotheken; de kosten van medicijnen zelf worden niet meegenomen.noot 1 Een prijsstijging van medicijnen heeft immers geen gevolgen voor de werklast van de apotheken. De apotheken worden voor ongeveer een derde deel gefinancierd door betalingen van gebruikers; het overige deel loopt via de zorgverzekeringen (gebaseerd op financieringsinfomatie incl. geneesmiddelen (CBS 2017)). In 2008 namen de eigen betalingen door veranderingen in het basispakket toe en sindsdien is een stijgende trend zichtbaar.
Uitgaven blijven vanaf 2012 achter bij de dienstverlening
De reële uitgaven aan apotheken groeien tussen 1998 en 2015 met 74% (zie figuur 1). De groei in de uitgaven vindt voornamelijk plaats in 2009 en 2010. De inzet van personeel neemt minder snel toe dan de uitgaven en stijgt met 46%. Het aantal verstrekkingen neemt sneller toe dan de uitgaven en stijgt met 112%. Het gaat om een vrij geleidelijke stijging, waar vanaf 2008 een versnelling in zit. Doordat het aantal verstrekkingen sneller toeneemt dan de uitgaven, nemen de uitgaven per verstrekking af.
Figuur 1 Uitgaven, arbeidsjaren en dienstverlening van apotheken, 1998-2015 (in indexcijfers, 1998 = 100) a
curatieve zorg | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 104,5 | 106,6 | 114,4 | 123,7 | 131,4 | 134,2 | 136,6 | 145,9 | 153,5 | 159,9 | 171 | 181,7 | 184,2 | 186,3 | 189,3 | 192,7 | 190,3 |
arbeidsjaren | 100 | 101,6 | 103,4 | 106,1 | 110,6 | 115,5 | 117,9 | 120,8 | 124,5 | 129,4 | 132,6 | 136,9 | 139,7 | 142 | 142,9 | 142,1 | 142,8 | 144,2 |
dienstverlening | 100 | 105,6 | 107,9 | 110,5 | 115,5 | 122 | 126,1 | 131,4 | 134,7 | 139,7 | 147,2 | 152 | 161,6 | 169,6 | 167,2 | 161,2 | 154,4 | 150,1 |
ziekenhuizen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 104,7 | 107,2 | 116,1 | 125,7 | 132,7 | 136,7 | 139,1 | 149,7 | 156,9 | 165,5 | 177,5 | 190,3 | 190,5 | 195,5 | 200,7 | 203,9 | 202 |
arbeidsjaren | 100 | 102,5 | 104,2 | 107,3 | 112 | 116 | 118 | 119,6 | 121,4 | 124,3 | 126,9 | 131,3 | 134,7 | 136,7 | 137,5 | 135,5 | 136,2 | 137,4 |
dienstverlening | 100 | 108,6 | 109 | 113,4 | 120,3 | 125,4 | 133,8 | 138,1 | 142,8 | 148,7 | 155,5 | 161,8 | 170,9 | 178,2 | 175,6 | 165,9 | 147,9 | 141,3 |
huisartsen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 103,5 | 108,6 | 112,9 | 124,7 | 133,9 | 130,6 | 128,1 | 140 | 147,4 | 145,3 | 151 | 153,9 | 163 | 157,7 | 158,2 | 165,2 | 163 |
arbeidsjaren | 100 | 103,4 | 109,8 | 113,2 | 117,1 | 122 | 125,5 | 133,3 | 158,8 | 181,4 | 190,7 | 201,5 | 215,2 | 220,4 | 225,6 | 235,9 | 247,9 | 256,6 |
dienstverlening | 100 | 102,4 | 105,2 | 100,9 | 98 | 101,7 | 91 | 94,8 | 94,3 | 99,3 | 107,3 | 99 | 112,6 | 114,6 | 110,1 | 108,8 | 131 | 134,1 |
apotheken | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 108,2 | 111,3 | 117,3 | 122,2 | 127,6 | 120,8 | 123,7 | 123,8 | 128,6 | 131,4 | 158,5 | 180 | 181,6 | 170,2 | 170,8 | 172,7 | 174,1 |
arbeidsjaren | 100 | 101,8 | 105,8 | 109,7 | 114,3 | 118,7 | 121,9 | 125,6 | 128,9 | 134 | 138,2 | 136,6 | 135,5 | 137,6 | 139,1 | 138,7 | 139,3 | 141,6 |
dienstverlening | 100 | 104,5 | 107,8 | 112,9 | 114,6 | 120 | 112,9 | 120 | 121,7 | 128,8 | 144,8 | 158,2 | 169,7 | 185,7 | 194,6 | 200,8 | 207 | 212,4 |
geestelijke gezondheidszorg | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 106,9 | 105,8 | 112,4 | 120,9 | 130,6 | 137,4 | 144,2 | 150,5 | 159,3 | 163,5 | 173,2 | 174,9 | 181,9 | 184,9 | 186,6 | 185,2 | |
arbeidsjaren | 100 | 99,2 | 99 | 99,9 | 104,2 | 112 | 115,8 | 121,4 | 125,9 | 130,9 | 134,2 | 138,3 | 137,3 | 138,2 | 137,8 | 138,3 | 139,8 | |
dienstverlening | 100 | 102,3 | 110,2 | 115,3 | 127,5 | 145,4 | 158,5 | 168,4 | 179,9 | 191,2 | 202,7 | 216,3 | 225,7 | 250,8 | 260,3 | 260,3 | 260,3 |
tandartsen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 103,1 | 105,9 | 112,1 | 124,8 | 134,1 | 132,9 | 130,1 | 135,4 | 144,7 | 148,8 | 153,2 | 169,5 | 172,8 | 169,5 | 161,8 | 171,9 | 166,4 |
arbeidsjaren | 100 | 105 | 110,7 | 115,5 | 122,5 | 133,1 | 141,9 | 147,1 | 166,5 | 186,2 | 192,4 | 199,4 | 208,3 | 217,3 | 226,2 | 227,7 | 226,2 | 236,6 |
dienstverlening | 100 | 96,7 | 102,2 | 98,9 | 97,1 | 104,1 | 94,3 | 104,3 | 97,8 | 87 | 98,6 | 95,9 | 103,3 | 107,1 | 97,1 | 97,7 | 120,1 | 116,7 |
fysiotherapeuten | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 100 | 94,7 | 94,6 | 100 | 102,9 | 108,6 | 107,4 | 112,3 | 123,6 | 132,2 | 135,7 | 148,1 | 154 | 161 | 153,8 | 154,5 | 161,3 | 156,1 |
arbeidsjaren | 100 | 95 | 99,8 | 102,6 | 103 | 104,1 | 101,4 | 105,9 | 113,7 | 126,6 | 132 | 139,7 | 143,8 | 149,2 | 150,6 | 152,6 | 146,4 | 150,7 |
dienstverlening | 100 | 98,6 | 107,4 | 106,5 | 105,8 | 114,8 | 110,6 | 110,9 | 110,2 | 128,9 | 120,7 | 129,9 | 144,4 | 145 | 138,7 | 138,3 | 136,9 | 133,6 |
aIn 1998 bedragen de uitgaven in prijzen van 2015 0,7 miljard euro. In 2015 wordt 1,3 miljard euro aan apotheken uitgegeven. In 1998 bedraagt de personele inzet 12.700 arbeidsjaren, in 2015 zijn dat 18.500 arbeidsjaren. Het aantal verstrekkingen neemt toe van 113 miljoen in 1998 naar 239 miljoen in 2015.
Bron:SCP (DPS)
Groei dienstverlening door meer recepten per patiënt
Kader 2Meting van de dienstverlening van apotheken
We meten de dienstverlening van apotheken aan de hand van het aantal verstrekte recepten, ofwel het aantal keer dat er medicijnen worden geleverd. De uitsplitsing van het aantal verstrekte recepten in het aantal patiënten en het aantal recepten per patiënt is alleen beschikbaar voor de periode 2000 tot en met 2014.noot 2
In 2014 worden 233 miljoen recepten verstrekt (zie meting van de dienstverlening). In 2000 ligt dat aantal op ruim 121 miljoen; daarmee is de dienstverlening tussen 2000 en 2014 toegenomen met 92%. Tot 2008 gaat het om een geleidelijke stijging. Daarna neemt het aantal verstrekkingen tot 2011 sterker toe, om vanaf dat moment weer gematigder te groeien (zie ook figuur 1).
Een groot deel van de Nederlandse bevolking ontvangt medicijnen via de apotheek. In 2000 zijn dat 14,4 miljoen mensen (zie figuur 2). Hun aantal is in 2014 toegenomen tot 15,6 miljoen, een toename van 8%. Deze groei in het aantal geneesmiddelengebruikers onder de Nederlandse bevolking hangt samen met een veroudering van de bevolking: met het stijgen van de leeftijd neemt het medicijngebruik toe. Ook hangt de groei waarschijnlijk samen met een verschuiving van zorg vanuit het ziekenhuis naar de thuissituatie (zie ook Ziekenhuizen en medisch specialisten). Het aantal recepten per patiënt neemt met 77% veel sterker toe dan het aantal patiënten. Gemiddeld genomen krijgen patiënten in 2000 acht recepten in een jaar voorgeschreven (zie figuur 2, links). In 2014 is dat aantal opgelopen tot gemiddeld vijftien recepten in een jaar. Aan het begin van onze onderzoeksperiode is het aantal recepten per patiënt redelijk stabiel. Vanaf 2007 neemt het aantal verstrekte recepten duidelijk toe. Een verklaring daarvoor is een stijging van de voorschriften door huisartsen (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2007); dit betreft vooral herhaalrecepten. Als gevolg van een nieuwe tariefstructuur voor huisartszorg in de Zorgverzekeringswet mochten huisartsen een vergoeding in rekening brengen voor het uitschrijven van herhaalrecepten aan al hun patiënten. In het oude stelsel gold deze vergoeding alleen voor herhaalrecepten bij particulier verzekerden (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2007). Het afzwakken van de groei in het aantal recepten per patiënt vanaf 2011 zou te maken kunnen hebben met een beperktere vergoeding in het basispakket van een aantal medicijnen (bv. anticonceptiva en maagzuurremmers; zie Stichting Farmaceutische Kengetallen 2012; 2013) en het verhogen van het eigen risico (vooral in 2013 treedt een forse verhoging op; zie Stichting Farmaceutische Kengetallen 2014).
Figuur 2Ontwikkelingen in de dienstverlening van apotheken, 2000-2014 (links in absolute aantallen × miljoen en rechts in indexcijfers, 2000 = 100) a
2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
aantal patiënten × miljoen | 14,4 | 14,5 | 14,6 | 14,8 | 14,9 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15 | 15,3 | 15,4 | 15,5 | 15,6 | 15,6 |
aantal verstrekkingen per patient | 8,42 | 8,76 | 8,84 | 9,12 | 8,52 | 9 | 9,13 | 9,67 | 10,87 | 11,87 | 12,48 | 13,57 | 14,13 | 14,49 | 14,94 |
2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
aantal patiënten | 100 | 100,7 | 101,4 | 102,8 | 103,5 | 104,2 | 104,2 | 104,2 | 104,2 | 104,2 | 106,3 | 106,9 | 107,6 | 108,3 | 108,3 |
aantal verstrekkingen per patient | 100 | 104,1 | 104,9 | 108,3 | 101,2 | 106,9 | 108,5 | 114,8 | 129 | 140,9 | 148,2 | 161,1 | 167,8 | 172 | 177,4 |
aDeze informatie is niet beschikbaar voor de periode vóór 2000 en voor het jaar 2015.
Bron:SCP (DPS)
Uitgaven nemen toe door stijging in dienstverlening
Een belangrijk deel van de groei in de uitgaven aan apotheken wordt verklaard door de toename in de dienstverlening (in 2015 worden 112% meer verstrekkingen verleend dan in 1998). Het aantal recepten neemt vooral toe door een stijgende deelname: per hoofd van de bevolking worden er meer recepten verstrekt, ook wanneer we rekening houden met de vergrijzing. De bevolkingsgroei en een ouder wordende bevolking hebben een veel kleiner effect op de dienstverlening (component demografie in figuur 3).
Ook de uitgaven per recept nemen toe. De personele inzet per verleende dienst neemt tussen 1998 en 2015 af. Dat betekent dat bij een toename van het aantal verstrekte recepten de arbeidsproductiviteit is gestegen. Dit lijkt samen te hangen met financiële krapte onder apothekers (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2011; 2012). Daardoor hebben zij bezuinigd op personeel of zijn er geen mogelijkheden om uit te breiden ondanks de toename van het aantal verstrekte recepten. Over de loonkosten en de niet-personele uitgaven zijn alleen schattingen bekend. Deze lijken te wijzen op toenemende loonkosten en afnemende niet-personele uitgaven.
Figuur 3Oorzaken van de ontwikkeling van de reële uitgaven aan apotheken, 1998-2015 (in procenten) a, b, c
curatieve zorg | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 4,53 | 6,6 | 14,36 | 23,74 | 31,38 | 34,23 | 36,64 | 45,91 | 53,5 | 59,88 | 70,97 | 81,7 | 84,2 | 86,31 | 89,27 | 92,7 | 90,34 |
demografie | 0 | 0,93 | 1,93 | 2,95 | 3,89 | 4,7 | 5,42 | 6,06 | 6,8 | 7,59 | 8,59 | 9,68 | 10,77 | 11,83 | 12,83 | 13,8 | 14,93 | 16,02 |
deelname | 0 | 4,64 | 5,84 | 7,28 | 11,19 | 16,55 | 19,58 | 23,91 | 26,11 | 29,81 | 35,53 | 38,59 | 45,93 | 51,68 | 48,2 | 41,61 | 34,34 | 29,37 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | -1,1 | -2,04 | -0,59 | -0,23 | -0,18 | -0,49 | -0,61 | 1,13 | 2,57 | 1,98 | 3,91 | 5,32 | 3,14 | 4,54 | 7,72 | 10,16 | 9,84 |
personeel per verleende dienst | 0 | -3,03 | -3,47 | -3,32 | -3,53 | -4,24 | -4,99 | -5,96 | -5,63 | -5,5 | -7,13 | -7,58 | -10,12 | -11,89 | -10,92 | -9,35 | -6,8 | -4,68 |
loonkosten per uur | 0 | 3,24 | 4,5 | 7,78 | 11,41 | 12,83 | 12,87 | 11,57 | 14,02 | 14,04 | 15,5 | 18,34 | 20,57 | 21,42 | 21,57 | 22,49 | 24,11 | 23,4 |
groei-op-groei | 0 | -0,14 | -0,17 | 0,25 | 1,01 | 1,72 | 1,84 | 1,68 | 3,48 | 5 | 5,41 | 8,03 | 9,24 | 8,02 | 10,08 | 13 | 15,97 | 16,39 |
ziekenhuizen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 4,75 | 7,18 | 16,13 | 25,68 | 32,68 | 36,67 | 39,14 | 49,66 | 56,87 | 65,52 | 77,46 | 90,31 | 90,55 | 95,48 | 100,7 | 103,86 | 101,97 |
demografie | 0 | 1,01 | 2,11 | 3,22 | 4,25 | 5,16 | 5,97 | 6,71 | 7,63 | 8,6 | 9,79 | 11,05 | 12,32 | 13,58 | 14,8 | 15,98 | 17,38 | 18,66 |
deelname | 0 | 7,53 | 6,76 | 9,83 | 15,4 | 19,29 | 26,24 | 29,46 | 32,71 | 36,95 | 41,68 | 45,68 | 52,12 | 56,9 | 52,93 | 43,06 | 26,01 | 19,05 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | -2,5 | -2,29 | -0,92 | -0,63 | -0,1 | -1,14 | -0,68 | 1,64 | 3,25 | 3,18 | 5,26 | 7,62 | 4,38 | 6,93 | 12,37 | 19,31 | 19,45 |
personeel per verleende dienst | 0 | -3,97 | -3,46 | -4,04 | -4,96 | -5,32 | -7,9 | -8,84 | -9,79 | -10,6 | -11,82 | -12,49 | -14,11 | -15,43 | -14,59 | -12,7 | -6,76 | -3,82 |
loonkosten per uur | 0 | 2,98 | 4,12 | 7,7 | 10,65 | 11,96 | 12,63 | 11,87 | 15,41 | 15,75 | 18,86 | 21,59 | 23,86 | 24,48 | 25,5 | 27,64 | 29,05 | 29,48 |
groei-op-groei | 0 | -0,3 | -0,05 | 0,35 | 0,97 | 1,69 | 0,87 | 0,61 | 2,06 | 2,93 | 3,84 | 6,37 | 8,5 | 6,64 | 9,91 | 14,36 | 18,87 | 19,14 |
huisartsen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 3,45 | 8,6 | 12,88 | 24,72 | 33,91 | 30,65 | 28,11 | 40,04 | 47,44 | 45,25 | 50,96 | 53,9 | 63,01 | 57,69 | 58,23 | 65,22 | 63 |
demografie | 0 | 0,96 | 1,98 | 3,04 | 4,01 | 4,85 | 5,64 | 6,38 | 7,14 | 7,96 | 8,93 | 10,01 | 11,1 | 12,17 | 13,18 | 14,12 | 15,18 | 16,26 |
deelname | 0 | 1,46 | 3,17 | -2,09 | -5,76 | -3,05 | -13,83 | -10,9 | -12,01 | -8 | -1,53 | -10,02 | 1,37 | 2,15 | -2,72 | -4,64 | 13,74 | 15,35 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | -1,08 | -2,71 | -2,33 | -1,95 | -3,28 | -0,26 | -2,17 | -2,2 | -2,14 | -3,84 | 0,03 | -3,25 | -2,22 | -1,55 | 0,04 | -4,76 | -5,57 |
personeel per verleende dienst | 0 | -0,08 | 1,87 | 7,03 | 11,81 | 12,16 | 23,73 | 25,57 | 43,75 | 53,01 | 49,74 | 65,5 | 56,71 | 57,26 | 65,06 | 72,56 | 54,79 | 55,97 |
loonkosten per uur | 0 | 3,4 | 7,2 | 11,52 | 23,04 | 29,67 | 24,42 | 17,37 | 14,01 | 7,64 | 1,91 | 1,22 | -1,69 | 0,88 | -3,12 | -6,62 | -6,59 | -9,55 |
groei-op-groei | 0 | -1,21 | -2,91 | -4,3 | -6,43 | -6,44 | -9,04 | -8,14 | -10,66 | -11,04 | -9,96 | -15,79 | -10,34 | -7,23 | -13,16 | -17,23 | -7,14 | -9,46 |
apotheken | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 8,23 | 11,33 | 17,25 | 22,19 | 27,55 | 20,83 | 23,68 | 23,85 | 28,64 | 31,4 | 58,47 | 80,05 | 81,57 | 70,23 | 70,81 | 72,71 | 74,11 |
demografie | 0 | 1,08 | 2,19 | 3,39 | 4,5 | 5,48 | 6,44 | 7,35 | 8,28 | 9,28 | 10,42 | 11,67 | 12,92 | 14,26 | 15,53 | 16,73 | 18,02 | 19,33 |
deelname | 0 | 3,35 | 5,45 | 9,2 | 9,7 | 13,73 | 6,02 | 11,78 | 12,42 | 17,91 | 31,18 | 41,64 | 50,31 | 62,53 | 68,44 | 72,04 | 75,42 | 77,97 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | 2,05 | 2,28 | 2,98 | 4,53 | 4,09 | 4,23 | 2,41 | 2 | 1,32 | -2,73 | -0,96 | 1,47 | -0,95 | -6,04 | -7,01 | -7,66 | -7,84 |
personeel per verleende dienst | 0 | -2,1 | -1,94 | -2,5 | -1,01 | -1,48 | 3,71 | 1,75 | 2,48 | 1,4 | -3,63 | -9,25 | -13,28 | -16,64 | -18,19 | -19,6 | -20,65 | -21,04 |
loonkosten per uur | 0 | 3,76 | 3,03 | 3,46 | 3,05 | 3,74 | -0,88 | -1,11 | -2,69 | -2,87 | -3,16 | 12,4 | 23,17 | 21,41 | 17,01 | 17,55 | 18,14 | 16,96 |
groei-op-groei | 0 | 0,09 | 0,32 | 0,72 | 1,43 | 1,98 | 1,3 | 1,5 | 1,35 | 1,61 | -0,67 | 2,98 | 5,46 | 0,94 | -6,52 | -8,91 | -10,57 | -11,27 |
geestelijke gezondheidszorg | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 6,87 | 5,83 | 12,36 | 20,89 | 30,6 | 37,44 | 44,16 | 50,5 | 59,3 | 63,48 | 73,23 | 74,94 | 81,92 | 84,89 | 86,63 | 85,17 | |
demografie | 0 | 0,43 | 0,95 | 1,49 | 1,94 | 2,22 | 2,4 | 2,51 | 2,51 | 2,59 | 2,89 | 3,3 | 3,7 | 4 | 4,22 | 4,43 | 4,73 | |
deelname | 0 | 1,82 | 9,12 | 13,66 | 25,12 | 42,21 | 54,76 | 64,27 | 75,5 | 86,38 | 97,02 | 109,34 | 117,68 | 141,15 | 149,74 | 149,22 | 148,52 | |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | 1,78 | -3,16 | -2,47 | -3,05 | -4,27 | -5,55 | -5,6 | -6 | -5,54 | -6,54 | -6,02 | -6,92 | -7,82 | -8,29 | -8,35 | -8,85 | |
personeel per verleende dienst | 0 | -2,93 | -8,38 | -10,75 | -14,27 | -17,61 | -20,53 | -21,21 | -22,76 | -23,82 | -25,53 | -27,51 | -29,98 | -34,11 | -35,73 | -35,64 | -35,26 | |
loonkosten per uur | 0 | 5,86 | 8,72 | 12,58 | 15,16 | 15,55 | 17,97 | 17,64 | 18,16 | 18,89 | 19,64 | 21,92 | 24,49 | 27,18 | 29,51 | 30,7 | 29,59 | |
groei-op-groei | 0 | -0,09 | -1,43 | -2,14 | -4 | -7,5 | -11,6 | -13,44 | -16,91 | -19,2 | -24,01 | -27,8 | -34,03 | -48,47 | -54,56 | -53,74 | -53,55 |
tandartsen | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | 3,11 | 5,88 | 12,05 | 24,76 | 34,13 | 32,93 | 30,12 | 35,44 | 44,68 | 48,84 | 53,2 | 69,53 | 72,83 | 69,47 | 61,77 | 71,9 | 66,45 |
demografie | 0 | 1 | 2,02 | 3,04 | 3,94 | 4,7 | 5,35 | 5,79 | 6,15 | 6,57 | 7,18 | 7,87 | 8,58 | 9,19 | 9,69 | 10,09 | 10,48 | 10,88 |
deelname | 0 | -4,27 | 0,15 | -4,03 | -6,61 | -0,58 | -10,53 | -1,4 | -7,91 | -18,34 | -8 | -11,06 | -4,86 | -1,92 | -11,46 | -11,3 | 8,69 | 5,22 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | 2,34 | 1,51 | 5,33 | 6,96 | 8,53 | 12,86 | 9,33 | 15,1 | 25,57 | 19,96 | 22,29 | 28,76 | 28,67 | 31,47 | 28,24 | 17,26 | 16,13 |
personeel per verleende dienst | 0 | 4,34 | 3,95 | 8,86 | 14,3 | 15,23 | 28,24 | 22,79 | 39,66 | 64,9 | 53,88 | 60,27 | 56,02 | 56,48 | 73,26 | 73,27 | 47,82 | 55,87 |
loonkosten per uur | 0 | -0,05 | -1,71 | -0,76 | 5,74 | 3,97 | -0,12 | -5,32 | -9,69 | -11,52 | -11,95 | -11,31 | -10,55 | -12,07 | -13,44 | -15,93 | -12,09 | -15,04 |
groei-op-groei | 0 | -0,26 | -0,03 | -0,38 | 0,43 | 2,28 | -2,87 | -1,06 | -7,88 | -22,49 | -12,23 | -14,85 | -8,43 | -7,53 | -20,06 | -22,61 | -0,26 | -6,61 |
fysiotherapeuten | 1998 | 1999 | 2000 | 2001 | 2002 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
reële uitgaven | 0 | -5,33 | -5,44 | 0,05 | 2,88 | 8,58 | 7,43 | 12,34 | 23,58 | 32,23 | 35,75 | 48,13 | 53,96 | 61,04 | 53,75 | 54,55 | 61,31 | 56,07 |
demografie | 0 | 1,1 | 2,23 | 3,41 | 4,52 | 5,5 | 6,44 | 7,35 | 8,27 | 9,24 | 10,35 | 11,54 | 12,71 | 13,84 | 14,89 | 15,92 | 17,08 | 18,23 |
deelname | 0 | -2,47 | 5,01 | 2,98 | 1,27 | 8,83 | 3,93 | 3,29 | 1,77 | 17,98 | 9,39 | 16,47 | 28,13 | 27,4 | 20,7 | 19,29 | 16,95 | 13,04 |
niet-personele uitgaven per verleende dienst | 0 | -1,55 | -3,52 | -0,31 | 0,68 | -0,05 | 2,26 | 2,79 | 4,44 | 0,99 | 5,65 | 6,75 | 6,12 | 8,26 | 9,68 | 10,71 | 12,72 | 12,56 |
personeel per verleende dienst | 0 | -3,35 | -6,01 | -3,63 | -2,93 | -7,65 | -6,99 | -4,31 | 1,14 | -2,37 | 5,38 | 3,51 | -2,48 | -0,32 | 3,51 | 4,63 | 2,19 | 6,13 |
loonkosten per uur | 0 | 0,85 | -2,64 | -1,86 | -0,18 | 2,94 | 2,87 | 3,64 | 6,7 | 4,18 | 1,8 | 4,24 | 4,16 | 4,38 | -0,66 | -1,66 | 4,64 | 0 |
groei-op-groei | 0 | 0,09 | -0,51 | -0,54 | -0,46 | -1 | -1,09 | -0,43 | 1,25 | 2,21 | 3,17 | 5,62 | 5,33 | 7,49 | 5,64 | 5,66 | 7,73 | 6,11 |
aDe groei van de afzonderlijke componenten telt niet exact op tot de totale groei van de uitgaven. Dit komt door de berekeningswijze (zie Opzet en aanpak). Het verschil wordt hier weergegeven door de component ‘groei-op-groei’.
bDe gele en oranje staven (demografie en deelname) vormen samen de groei van de dienstverlening. De groene (niet-personele uitgaven) en de blauwe staven (personele uitgaven) geven opgeteld de groei weer door veranderingen in de uitgaven per verleende dienst.
cDe gearceerde staven zijn gebaseerd op geschatte gegevens voor de dienstverlening en de personele uitgaven.
Bron:SCP (DPS)
Uitgaven groeien door dienstverlening en loonkosten
In de ontwikkeling van de reële uitgaven voor apotheken zijn drie perioden te onderscheiden. In de eerste periode tussen 1998 en 2008 groeien de uitgaven geleidelijk. Tussen 2008 en 2010 stijgen de uitgaven aanzienlijk. Na 2010 nemen de uitgaven na een aanvankelijke daling langzaam weer toe. De uitsplitsing naar personele en niet-personele uitgaven is alleen in de periode 2001 tot en met 2011 te maken.
Tussen 1998 en 2008 groeien de uitgaven door meer verstrekkingen per patiënt
In de eerste periode, tussen 1998 en 2008, nemen de reële uitgaven toe, doordat de dienstverlening toeneemt. Deze lichte stijging van het aantal verstrekkingen komt vooral door een lichte toename van het aantal recepten per patiënt (component deelname in figuur 3). De inzet van personeel per recept verandert niet. En in de jaren tussen 2001 en 2008 veranderen de personele én de niet-personele uitgaven per recept nauwelijks.
Tussen 2008 en 2010 groeien de uitgaven sterker door stijgende loonkosten
Tussen 2008 en 2010 nemen de uitgaven sterker toe door meer dienstverlening door apotheken. Zoals we in beschrijving van de dienstverlening hebben gezien, komt dat vooral doordat er per patiënt vaker (herhaal)recepten worden voorgeschreven (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2007).
Naast een toegenomen dienstverlening dragen ook de personele uitgaven per recept hun steentje bij aan de reële uitgavengroei. Hoewel de loonkosten per uur vooral in 2010 behoorlijk toenemen, worden de personele uitgaven per recept beperkt, doordat er minder personeel per recept wordt ingezet: de arbeidsproductiviteit stijgt. Verantwoordelijk daarvoor lijkt de eerdergenoemde financiële krapte bij de apotheken (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2011). Daardoor hebben zij moeten bezuinigen op personeel ondanks een gestegen vraag naar de diensten van de apotheken.
Tussen 2010 en 2015 stabiliseren de uitgaven door stijgende arbeidsproductiviteit
Ten opzichte van de vorige periode nemen de reële uitgaven tussen 2010 en 2015 eerst aanzienlijk af, om vervolgens langzaam weer licht te stijgen. Over het geheel genomen treedt tussen 2010 en 2015 ten opzichte van de voorgaande periode een daling in de reële uitgaven op. Dat komt doordat apotheken ondanks de nog altijd toenemende dienstverlening vanwege financiële krapte bezuinigen op hun personeel (net als aan het einde van de voorgaande periode). De personele inzet groeit minder dan het aantal recepten. Daardoor neemt de arbeidsproductiviteit aan het begin van deze periode sterker toe. In de loop van de periode tussen 2010 en 2015 ebt die sterke daling weer weg (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2012).
Literatuur
Literatuur
CBS (2017). Zorguitgaven; aanbieders van zorg en financieringsbron, 1998-2016. Geraadpleegd op 30 maart 2018 via https://opendata.cbs.nl/dataportaal/#/CBS/nl/dataset/83039NED/table?ts=1522410235301.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2007). Veel meer huisartsenvoorschriften. In: Pharmaceutisch Weekblad, jg. 142, nr. 38. Geraadpleegd op 12 april 2018 via https://www.sfk.nl/publicaties/PW/2007/2007-38.html.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2011). Data en feiten 2011. Het jaar 2010 in cijfers. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2012). Data en feiten 2012. Het jaar 2011 in cijfers. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2013). Data en feiten 2013. Het jaar 2012 in cijfers. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Stichting Farmaceutische Kengetallen (2014). Data en feiten 2014. Het jaar 2013 in cijfers. Den Haag: Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Noten
De kosten van de medicijnen zelf nemen een groot deel van de totale uitgaven van apotheken in beslag: in 2015 bijna 3 miljard euro (Stichting Farmaceutische Kengetallen 2007).
Voor de andere verrichtingen van de apotheken beschikken we helaas niet over voldoende gegevens voor de hele onderzoeksperiode. We richten ons in deze studie daarom alleen op het aantal verstrekkingen.