Een (on)gezonde leefstijlOpleiding als scheidslijn

11 / 13

Alternatieve geneeswijzen

Auteurs: Stéfanie André, Roza Meuleman en Gerbert Kraaykamp

In de discussie over gezondheidgerelateerd gedrag speelt ook de kwestie van gezondheidspreventie. Er is steeds meer aandacht voor voeding, mensen zijn zich meer bewust van hun gezondheid en proberen daar via hun gedrag ook invloed op uit te oefenen. In deze ontwikkeling speelt op de achtergrond ook het gebruik van alternatieve geneeswijzen.

Hoogopgeleide vrouwen met een goed inkomen worden wel beschouwd als de grootste gebruikers van alternatieve geneeswijzen in geïndustrialiseerde landen (Ernst 2000). Hoe is dat anno 2014 in Nederland? Om dit vast te stellen construeren we een meetinstrument waarin voor 11 alternatieve geneeswijzen is nagegaan of men hier in de afgelopen 12 maanden gebruik van heeft gemaakt. Het gaat om acupunctuur, acupressuur, Chinese medicijnen, chiropractie, osteopathie, homeopathie, kruidentherapie, hypnotherapie, massagetherapie, reflexologie en spirituele geneeswijzen.

Gebruik naar opleidingsniveau
Figuur 11.1 presenteert de opleidingsverschillen in het gebruik van alternatieve geneeswijzen onder Nederlanders tussen de 25 en 70 jaar. Hbo-opgeleiden maken het vaakst gebruik van deze geneeswijzen (22,0%) en de laagopgeleiden het minst (14,5%). Daarnaast lijken hbo- en wo-opgeleiden ook vaker meerdere alternatieve geneeswijzen te gebruiken dan laag- en middelbaar opgeleiden.

Figuur 11.1Gebruik alternatieve geneeswijzen naar opleiding

Gebruik alternatieve geneeswijzen afgelopen jaar laag hoog secundair HBO WO
1x 10,7 11,8 16,2 10,8
>1x 3,8 3,5 5,8 6,5

aAcupunctuur, acupressuur, Chinese medicijnen, chiropractie, osteopathie, homeopathie, kruidentherapie, hypnotherapie, massagetherapie, reflexologie en spirituele geneeswijzen.

Bron:European Social Survey Nederland, ronde 7, 2014-2015 (N=1.415)

Gebruik naar geslacht
In figuur 11.2 splitsen we het gebruik van alternatieve geneeswijzen uit voor mannen en vrouwen. Overduidelijk is dat vrouwen meer gebruik maken van alternatieve therapieën dan mannen, en dit constateren we binnen alle opleidingsgroepen. Vooral hbo-opgeleide vrouwen zijn grootgebruikers van de alternatieve geneeswijzen: 28,1% maakt jaarlijks één of meerdere keren gebruik van alternatieve therapieën. Onder hbo-opgeleide mannen is dit 15,2%.

Bij mannen springen de geringe opleidingsverschillen in het oog: in alle opleidingsgroepen gebruikt net boven de 10% één of meerdere keren in een jaar een alternatieve therapie. Bij vrouwen zijn de percentages stelselmatig hoger, vooral bij hbo-opgeleide vrouwen.

Figuur 11.2Gebruik alternatieve geneeswijzen naar opleiding en geslacht

Gebruik alternatieve geneeswijzen afgelopen jaar laag hoog secundair HBO WO
1x 8,6 10,4 12,5 9
>1x 2 1,2 2,7 6,3
1x 12,3 13,3 19,6 12,8
>1x 5,4 5,7 8,5 6,7

aAcupunctuur, acupressuur, Chinese medicijnen, chiropractie, osteopathie, homeopathie, kruidentherapie, hypnotherapie, massagetherapie, reflexologie en spirituele geneeswijzen.

Bron:European Social Survey Nederland, ronde 7, 2014-2015 (N=1.415)

Alternatieve geneeswijzen in Europa
Komt het gebruik van alternatieve geneeswijzen overal evenveel voor in Europa? Nee, er is duidelijk een spreiding van de mate waarin gebruik gemaakt wordt van alternatieve geneeswijzen. Zo blijkt uit Figuur 11.3 dat in Duitsland zowel mannen als vrouwen ruim twee keer zo vaak gebruik maken van alternatieve geneeswijzen als in Nederland. De opleidingskloof in het gebruik van alternatieve geneeswijzen is het grootst in Estland, voor zowel mannen als vrouwen.

Figuur 11.3Opleidingsverschillen in alternatieve geneeswijzen in Europa

mannen
laag opgeleid middelbaar opgeleid hoog opgeleid
België 22,7 27,3 24,2
Denemarken 28,9 22,3 31,2
Duitsland 33,3 36,6 38,7
Estland 21,3 24,9 40,3
Finland 27,2 31,9 36,6
Frankrijk 18,5 42 38,4
Ierland 10,9 15,4 20,8
Litouwen 30,6 22,3 31,5
Nederland 12,1 8,8 15,2
Noorwegen 23,1 34,8 28,2
Oostenrijk 27,1 39,2 29,2
Polen 10,5 15,3 15,6
Portugal 9,3 21 14,8
Slovenië 12,8 25,7 30,7
Spanje 12,3 18,2 24,9
Tsjechië 16,9 26,8 25,1
Verenigd Koninkrijk 15,1 16,5 24,6
Zweden 33,2 29,8 29,6
Zwitserland 29 39 34,5
vrouwen
laag opgeleid middelbaar opgeleid hoog opgeleid
België 25,8 31,6 40,5
Denemarken 44,8 38,7 38
Duitsland 47,4 49,7 52,3
Estland 37,8 41,8 55,6
Finland 31,1 47,4 47,1
Frankrijk 35,9 45,7 57,6
Ierland 17,1 26,2 35,5
Litouwen 53,1 45,9 40,5
Nederland 18,5 18,4 25,9
Noorwegen 38,2 40,1 32,5
Oostenrijk 38,7 60,9 54,3
Polen 11,6 16,7 20,9
Portugal 9,3 26,3 35,4
Slovenië 22,7 28,6 45,1
Spanje 18,4 31 31,1
Tsjechie 30,7 34 37
Verenigd Koninkrijk 19,1 26,3 31,9
Zweden 42,2 40,3 42,7
Zwitserland 49,7 51,3 49,8

aAcupunctuur, acupressuur, Chinese medicijnen, chiropractie, osteopathie, homeopathie, kruidentherapie, hypnotherapie, massagetherapie, reflexologie en spirituele geneeswijzen.

Bron:European Social Survey Nederland, ronde 7, 2014-2015 (n = 25.538)

Literatuur

Ernst, E. (2000). Prevalence of use of complementary/alternative medicine: a systematic review. In: Bulletin of the World Health Organization, jg. 78, nr. 2, p. 252-257.

Deze kaart citeren

André, S., R. Meuleman en G. Kraaykamp (2018). Alternatieve geneeswijzen. In: Een (on)gezonde leefstijl: Opleiding als scheidslijn. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/leefstijl/alternatieve-geneeswijzen.

Informatie noten