Armoede in kaart 2018

9 / 10

Hoeveel komen de armen tekort?

Auteurs: Bart van Hulst en Stella Hoff

Binnen de groep met een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium zijn nog gradaties in armoede mogelijk. Sommige huishoudens moeten rondkomen van een inkomen dat net onder dit criterium ligt. In andere huishoudens is het tekort ten opzichte van het niet-veel-maar-toereikendcriterium veel groter.

Doorsneetekort per arm huishouden in 2016 is € 2.300

In 2016 kwam een arm huishouden € 2.300 per jaar tekort ten opzichte van het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Dit is een mediaan bedrag: bij de helft van de huishoudens is het tekort groter, bij de andere helft kleiner.

Het mediane tekort per huishouden is de laatste jaren flink gestegen. In de periode 2011-2014 ging het om circa € 1.700, maar sinds 2015 bedraagt het mediane tekort meer dan € 2.000 (figuur 1). Een mogelijke verklaring is dat de aantrekkende economie heeft geleid tot uitstroom uit de armoede van de mensen met een klein tekort, terwijl de ‘achterblijvers’ in de armoede een groot tekort hebben.

Figuur 1Mediaan tekort van de armen loopt opa

aArmoede volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium.

Bron:CBS (Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek ’11-’16), SCP-bewerking

Nationaal inkomenstekort: € 2,3 miljard

Sinds 2011 is het gemiddeld aantal arme huishoudens volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium per jaar ruim 550.000. Het hoogste aantal werd bereikt in 2013. Toen telde Nederland ongeveer 636.000 arme huishoudens. In de onderzochte periode laat 2016 vooralsnog het laagste aantal zien, met iets minder dan 476.000 arme huishoudens.

Om het totale inkomenstekort van de arme huishoudens aan te vullen zou in 2016 iets meer dan € 2,3 miljard nodig zijn. Dit bedrag fluctueert. In 2013 ging het nog om ruim € 2,6 miljard (figuur 2).

Figuur 2Totaal tekort van arme huishoudens na 2013 verminderda

aArmoede volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium.

Bron:CBS (Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek ’11-’16), SCP-bewerking

Niet alle tekorten ingelost

Van de arme huishoudens heeft ongeveer 5% een negatief jaarinkomen. Dit komt bijvoorbeeld door de aflossing van schulden of doordat de kosten van het eigen bedrijf hoger zijn dan de opbrengsten. In de berekening hierboven gingen we ervan uit dat deze huishoudens zelf verantwoordelijk zijn voor hun negatieve inkomen. Daarom is in de berekening niet het volledige tekort aangevuld, maar alleen het bedrag van € 0 tot aan de armoedegrens. Ook na de aanvulling houden ze dus een inkomen dat lager is dan de armoedegrens. Als de tekorten wel volledig werden aangevuld, zou het totale benodigde bedrag in 2016 oplopen tot ruim € 2,8 miljard.

Literatuur

Vrooman, C. (2015). De kosten van een krap budget. KNAW-symposium 'Hoe duur is de armoede?', 8 januari 2015.

Deze kaart citeren

Hulst, B. van en S. Hoff (2018). Hoeveel komen de armen tekort?. In: Armoede in kaart: 2018. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2018/hoeveel-komen-de-armen-tekort.

Informatie noten

Hier keken we naar het verschil tussen het gestandaardiseerde inkomen van huishoudens en het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Alle tekorten vertaalden we terug naar eenpersoonshuishoudens. Dit betekent dat een tekort van € 2.000 voor een alleenstaande even zwaar ‘weegt’ als een tekort van € 2.740 voor een paar zonder kinderen (1,37 x 2.000; zie ‘Waar ligt de armoedegrens’). De werkelijke tekorten per huishouden liggen vaak dus hoger dan we hier presenteren.