Armoede in kaart 2018

8 / 10

Arme migranten en autochtonen

Auteurs: Jean Marie Wildeboer Schut en Stella Hoff

Migranten vormen bijna de helft van de volwassen armen

Van alle arme volwassenen in 2016 (iets meer dan 700.000 personen volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium) was bijna de helft van buitenlandse afkomst (48%, 337.000 personen). De arme migranten vormen 12% van de totale groep volwassen migranten. Zowel de herkomst als de generatie zijn van invloed. Niet-westerse migranten zijn vaker arm dan westerse (16% versus 8%). Migranten van de eerste generatie hebben een groter risico op armoede dan migranten van de tweede generatie. In de groep niet-westerse migranten bedraagt het aandeel armen respectievelijk 18% en 12%, in de groep westerse migranten gaat het om 11% en 5%.

Figuur 1Armoederisico loopt flink opa

Volwassenen Totaal aantal (niet-voldoende-maar-toereikend) Aantal armen (niet-voldoende-maar-toereikend) Percentage arm t.o.v. gehele groep (niet-voldoende-maar-toereikend) Totaal aantal (basisbehoeften) Aantal armen (basisbehoeften) Percentage arm t.o.v. gehele groep (basisbehoeften)
Volwassenen Totaal aantal (niet-voldoende-maar-toereikend) Aantal armen (niet-voldoende-maar-toereikend) Percentage arm t.o.v. gehele groep (niet-voldoende-maar-toereikend) Totaal aantal (basisbehoeften) Aantal armen (basisbehoeften) Percentage arm t.o.v. gehele groep (basisbehoeften)
herkomst
Nederland 10418.6 364 3.5
westerse migranten, totaal 1306.7 104.2 8
eerste generatie 643.8 72.1 11.2
tweede generatie 662.9 32 4.8
Indonesië 338.9 16.1 4.8
EU-15, IJsland, Noorwegen en Zwitserlandd 623.5 43 6.9
VS, Canada, Australië, N.-Zeeland en Japan 53.1 4.5 8.4
voormalig Joegoslavië en Albanië 63.8 7.7 12.1
Polen 112.1 13.2 11.8
nieuwe EU-lidstaten, excl. Polen 57.7 11.5 19.9
Rusland en overige voormalige Sovjetstaten 46.2 7 15.1
overig westers 11.9 1.3 10.6
niet-westerse migranten, totaal 1445 233.8 16.2
eerste generatie 1016.6 184.3 18.1
tweede generatie 428.3 49.5 11.6
Suriname 273.6 24.6 9
Ned. Antillen en Aruba 101.7 15 14.7
Turkije 294.3 43.6 14.8
Marokko 255.2 47 18.4
overig niet-westers 519.5 103.5 19.9
Kinderen Totaal aantal (niet-voldoende-maar-toereikend) Aantal armen (niet-voldoende-maar-toereikend) Percentage arm t.o.v. gehele groep (niet-voldoende-maar-toereikend) Totaal aantal (basisbehoeften) Aantal armen (basisbehoeften) Percentage arm t.o.v. gehele groep (basisbehoeften)
Kinderen Totaal aantal (niet-voldoende-maar-toereikend) Aantal armen (niet-voldoende-maar-toereikend) Percentage arm t.o.v. gehele groep (niet-voldoende-maar-toereikend) Totaal aantal (basisbehoeften) Aantal armen (basisbehoeften) Percentage arm t.o.v. gehele groep (basisbehoeften)
herkomst
Nederland 2400.7 120.9 5
westerse migranten, totaal 238.8 27.6 11.5
eerste generatie 48.9 8.6 17.7
tweede generatie 190 18.9 10
Indonesië 15.1 1.1 7.6
EU-15, IJsland, Noorwegen en Zwitserland 118.6 11.7 9.9
VS, Canada, Australië, N.-Zeeland en Japan 20 1.6 7.8
voormalig Joegoslavië en Albanië 18.7 2.8 15.2
Polen 31.1 4.1 13.1
nieuwe EU-lidstaten, excl. Polen 16.2 3.1 19.3
Rusland en overige voormalige Sovjetstaten 16.1 2.8 17.1
overig westers 3.3 0.4 12
niet-westerse migranten, totaal 535.7 131.9 24.6
eerste generatie 51.7 24.7 47.9
tweede generatie 484.1 107.1 22.1
Suriname 62.3 7.2 11.5
Ned. Antillen en Aruba 36.1 7.3 20.2
Turkije 92.6 18.4 19.9
Marokko 121.7 34.8 28.6
overig niet-westers 222.8 64.1 28.8

aArm volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium.

Bron:CBS (Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek ’16), SCP-bewerking

Marokkaanse Nederlanders en migranten uit ‘overige’ niet-westerse landen zijn het vaakst arm

Het land van herkomst is van invloed op het armoederisico. Dit geldt zowel voor de westerse als de niet-westerse migranten. 18% van de Marokkaanse Nederlanders behoort tot een huishouden met een inkomen onder het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Onder de migranten uit ‘overige’ niet-westerse landen is dit 20%. Dit zijn migranten uit andere niet-westerse landen dan Suriname, de Nederlandse Antillen/Aruba, Turkije en Marokko. Hiermee vergeleken zijn Antilliaans/Arubaanse en Turkse Nederlanders minder vaak arm. Toch gaat het ook in deze groepen nog om 15%. Met 9% armen zijn de Surinaamse Nederlanders naar verhouding het beste af.

De armoedepercentages van migranten uit West-Europa, de Verenigde Staten of landen als Canada, Japan en Australië liggen rond 7% en 8%. Migranten uit een aantal Midden- en Oost-Europese landen komen veel vaker met armoede in aanraking. Bij Poolse migranten en migranten uit voormalig Joegoslavië gaat het om 12%. Het armoedepercentage van migranten uit nieuwe EU-lidstaten zoals Roemenië of uit Rusland en de vroegere Sovjetstaten loopt op tot 20%.

Autochtone Nederlanders lopen minste armoederisico

Autochtone Nederlanders hebben naar verhouding weinig kans op armoede: slechts 3,5% van de totale autochtone bevolking is arm. Omdat bijna 80% van de bevolking uit autochtonen bestaat, komt het aantal autochtone armen toch nog uit op bijna 365.000 personen. Binnen de arme groep bedraagt het aandeel autochtone Nederlanders echter maar 52%.

Kinderen uit migrantengroepen vaker arm dan volwassenen

Volwassenen uit migrantengroepen hebben vaak een relatief hoog armoederisico. Voor de kinderen uit die groepen geldt dit nog sterker. Van de kinderen uit gezinnen met een niet-westerse achtergrond verkeert 25% in armoede. In de groep Surinaams-Nederlandse kinderen ging het nog om 12%, maar in de andere groepen bedroeg het aandeel armen tussen 20% en 29%. De hoogste percentages komen voor onder kinderen met een Marokkaanse of ‘overige’ niet-westerse achtergrond. Van de migrantenkinderen uit Midden- en Oost-Europa was 13% (Polen) tot 19% (overige nieuwe EU‍-‍lidstaten, zoals Bulgarije en Roemenië) arm. Al deze percentages liggen ruim boven dat voor kinderen zonder migratie-achtergrond (5,0%).

Deze kaart citeren

Wildeboer Schut, J.M. en S. Hoff (2018). Arme migranten en autochtonen. In: Armoede in kaart: 2018. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/armoedeinkaart2018/arme-migranten-en-autochtonen.

Informatie noten

Alle gepresenteerde armoedecijfers zijn gebaseerd op het niet-veel-maar-toereikendcriterium.