Arbeidsmarkt in kaartWerkgevers - editie 3

10 / 15

Hoe kijken werkgevers naar oudere werknemers?

Auteurs: Lisette Swart en Nienke Bilo

Door de vergrijzing stijgt het aandeel ouderen in Nederland. De Rijksoverheid wil dat mensen langer doorwerken om de effecten van de vergrijzing tegen te gaan. Daarom stijgt de AOW-gerechtigde leeftijd. Inmiddels is bijna 1 op de 5 werknemers ouder dan 55 jaar (zie Vinden werkgevers doelgroepenbeleid belangrijk?). Werkgevers spelen een belangrijke rol bij de ‘duurzame inzetbaarheid’ van oudere werknemers. Dat wil zeggen dat werknemers gezond en vitaal door kunnen werken tot aan hun pensioenleeftijd. In deze kaart bespreken we dat werkgevers het steeds vaker een goede ontwikkeling vinden dat werknemers langer doorwerken, al vinden veel werkgevers doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd nog niet wenselijk. Daarnaast zijn werkgevers positief over het functioneren en de productiviteit van oudere werknemers. Tot slot hanteren de meeste organisaties specifieke maatregelen om ouderen te helpen werkend de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken.

Werkgevers zijn positief over langer doorwerken, maar niet over doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd

Steeds vaker vinden werkgevers het een goede ontwikkeling dat werknemers langer doorwerken. In 2019 vond ruim twee derde (68%) van de werkgevers het gewenst dat werknemers na hun 60e levensjaar doorwerken (figuur 1). Dat is een gestage stijging ten opzichte van de jaren ervoor. In 2001 was dat nog 42% van de werkgevers. De opvattingen verschillen niet sterk per sector of organisatieomvang.

Figuur 1Opvattingen werkgevers over doorwerken na het 60e levensjaar

totaal
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 42,3 43,1 43,7 60,9 55,1 55,7 53,5 55,1 60,3 67,5
neutraal 39,0 33,7 34,0 25,4 29,2 25,8 27,2 27,1 25,1 20,7
ongewenst 18,7 23,3 22,3 13,8 15,7 18,5 19,3 17,8 14,6 11,8
industrie en landbouw
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 44,1 39,9 43,1 65,2 57,0 62,3 58,8 58,0 65,4 73,0
neutraal 39,6 40,7 36,5 23,6 28,9 22,2 23,2 24,9 20,1 14,3
ongewenst 16,3 19,4 20,5 11,2 14,2 15,4 18,0 17,1 14,5 12,7
bouwnijverheid
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 41,2 32,7 40,9 61,0 60,8 57,0 43,1 52,1 58,1 66,8
neutraal 34,9 30,3 21,8 21,4 23,3 20,5 25,0 25,3 20,3 17,3
ongewenst 23,8 37,0 37,3 17,6 15,9 22,5 31,8 22,6 21,6 15,9
handel, horeca, reparatie
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 46,3 55,1 45,2 57,9 52,0 52,3 52,6 59,2 59,6 63,1
neutraal 38,4 22,9 31,9 28,8 30,5 25,3 27,3 20,6 23,1 22,3
ongewenst 15,4 21,9 23,0 13,3 17,4 22,4 20,1 20,3 17,3 14,6
transport
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 40,5 39,6 47,5 60,3 50,1 69,9 60,9 55,5 69,7 71,7
neutraal 39,7 31,6 29,0 26,9 30,6 15,3 23,5 28,3 22,7 19,1
ongewenst 19,7 28,8 23,5 12,8 19,3 14,8 15,7 16,2 7,6 9,3
zakelijke dienstverlening
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 41,2 35,2 42,5 73,7 64,6 54,4 51,5 55,4 66,7 70,2
neutraal 37,4 42,0 39,6 20,1 22,6 30,0 33,2 34,6 24,7 24,4
ongewenst 21,4 22,7 17,9 6,2 12,7 15,6 15,2 9,9 8,6 5,4
zorg en welzijn
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 35,8 42,0 44,1 49,4 56,2 60,8 61,8 43,8 50,5 67,9
neutraal 45,5 35,2 37,7 29,5 31,0 27,7 22,3 35,1 33,3 17,7
ongewenst 18,7 22,8 18,3 21,1 12,8 11,5 15,9 21,1 16,2 14,4
overige dienstverlening
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 41,9 51,5 51,9 66,0 53,2 51,5 43,0 55,8 48,3 59,1
neutraal 34,8 36,6 39,9 24,3 35,2 20,0 25,4 18,9 29,5 24,9
ongewenst 23,3 11,9 8,2 9,7 11,5 28,5 31,6 25,3 22,2 16,1
overheid
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 49,1 33,7 52,9 61,5 50,4 67,1 58,9 62,3 73,1 72,1
neutraal 38,0 52,4 29,5 27,6 34,5 23,1 26,9 25,9 23,1 20,0
ongewenst 12,9 13,8 17,6 10,8 15,1 9,8 14,2 11,8 3,9 7,9
onderwijs
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 35,8 34,8 34,4 53,0 42,8 46,1 44,6 55,8 57,5 73,2
neutraal 43,3 39,5 34,9 23,9 35,4 36,1 35,3 29,6 30,9 18,8
ongewenst 21,0 25,7 30,7 23,1 21,7 17,8 20,0 14,6 11,6 8,0
kleine organisaties
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 51,9 45,7 62,4 57,7 55,8 53,2 54,2 60,0 65,7
neutraal 27,9 32,5 22,5 26,5 23,3 25,7 27,1 24,1 22,1
ongewenst 20,3 21,8 15,1 15,8 21,0 21,1 18,8 15,9 12,3
middelgrote organisaties
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 34,3 42,4 57,6 50,6 54,4 54,4 57,2 59,8 71,7
neutraal 42,0 35,1 30,4 33,1 30,8 30,4 26,4 27,8 16,6
ongewenst 23,7 22,5 12,0 16,4 14,8 15,2 16,4 12,3 11,6
grote organisaties
2001/’02 2003/’04 2005/’06 2007/’08 2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 24,3 34,1 64,7 57,9 64,0 53,2 59,0 66,9 73,1
neutraal 36,8 40,4 24,2 30,8 26,5 29,2 31,3 24,3 20,9
ongewenst 39,0 25,5 11,1 11,3 9,5 17,5 9,7 8,9 6,0

Noot:Kleine organisaties: < 20 werknemers, middelgrote organisaties: 20-100 werknemers, grote organisaties: > 100 werknemers.

Bron:SCP (AVP’19/’20)

Bijna de helft van de werkgevers (44%) vindt het onwenselijk dat werknemers na de pensioengerechtigde leeftijd blijven werken (figuur 2). Wel zien we dat dit percentage daalt ten opzichte van eerdere jaren: in 2009 was dit nog 58% van de werkgevers. Dit gaat gepaard met een stijging van het aandeel werkgevers dat het positief vindt dat mensen doorwerken na hun pensioengerechtigde leeftijd: in 2019 ging het hierbij om ruim een kwart van de werkgevers, terwijl dat percentage de jaren ervoor schommelde rond de 17%. Werkgevers in de transportsector staan hier het meest positief tegenover: ruim een derde vindt het gewenst dat werknemers doorwerken na de pensioenleeftijd en een derde van de werkgevers vindt het onwenselijk. Opvallend is dat overheidswerkgevers het minst positief staan tegenover werken na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd: slechts 1 op de 6 werkgevers in de overheidssector geeft aan dit gewenst te vinden.

Figuur 2Opvattingen werkgevers over doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd

totaal
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 14,0 15,7 16,6 17,2 17,5 27,4
neutraal 28,1 29,6 29,0 30,3 31,4 28,4
ongewenst 57,9 54,8 54,4 52,5 51,0 44,2
industrie en landbouw
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 13,8 20,8 17,4 22,3 20,2 27,7
neutraal 27,8 26,3 26,7 31,1 28,7 23,9
ongewenst 58,4 52,9 55,9 46,6 51,1 48,4
bouwnijverheid
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 12,2 10,7 10,0 17,2 20,4 29,5
neutraal 14,2 21,8 16,3 15,6 25,9 28,6
ongewenst 73,6 67,5 73,6 67,2 53,7 41,9
handel, horeca, reparatie
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 15,8 18,2 18,0 15,9 19,9 28,5
neutraal 27,5 25,3 29,5 31,2 25,7 30,3
ongewenst 56,7 56,6 52,5 53,0 54,4 41,2
transport
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 14,8 28,2 24,9 29,9 30,7 38,5
neutraal 22,6 25,6 22,4 28,3 31,2 25,3
ongewenst 62,6 46,2 52,7 41,8 38,1 36,3
zakelijke dienstverlening
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 16,4 15,8 17,5 22,1 15,6 27,6
neutraal 40,8 43,0 39,6 36,2 47,9 31,7
ongewenst 42,8 41,2 42,9 41,8 36,5 40,7
zorg en welzijn
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 12,1 12,3 16,6 9,5 12,5 20,7
neutraal 27,5 29,3 29,9 29,2 30,0 25,2
ongewenst 60,4 58,3 53,5 61,3 57,5 54,1
overige dienstverlening
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 11,2 10,9 18,9 12,3 14,0 27,6
neutraal 25,2 28,9 27,2 31,6 21,9 27,2
ongewenst 63,6 60,2 53,9 56,1 64,1 45,2
overheid
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 12,9 14,9 11,3 5,2 7,6 16,5
neutraal 32,6 38,0 42,2 25,8 30,4 33,3
ongewenst 54,4 47,1 46,5 69,0 62,0 50,1
onderwijs
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 6,4 4,5 6,5 15,3 12,0 29,4
neutraal 21,8 26,6 24,2 26,2 26,5 24,4
ongewenst 71,8 68,9 69,2 58,5 61,4 46,2
kleine organisaties
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 14,2 16,9 17,3 19,0 17,5 28,2
neutraal 28,1 27,0 27,8 29,8 31,4 27,6
ongewenst 57,6 56,1 54,9 51,1 51,1 44,2
middelgrote organisaties
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 13,1 13,1 15,2 13,1 18,3 26,3
neutraal 27,6 33,8 31,1 31,3 31,9 30,3
ongewenst 59,2 53,1 53,7 55,6 49,8 43,4
grote organisaties
2009/’10 2011/’12 2013/’14 2015/’16 2017/’18 2019/’20
gewenst 16,6 16,3 15,1 10,7 14,3 22,7
neutraal 31,2 36,7 34,3 32,0 29,8 30,0
ongewenst 52,2 47,0 50,6 57,3 55,9 47,4

Noot:Kleine organisaties: < 20 werknemers, middelgrote organisaties: 20-100 werknemers, grote organisaties: > 100 werknemers.

Bron:SCP (AVP’19/’20)

Werkgevers zijn positief over het functioneren en de productiviteit van oudere werknemers

Het beeld dat werkgevers hebben van oudere werknemers is het afgelopen decennium nauwelijks veranderd. Over het algemeen zijn werkgevers positief over het functioneren van oudere werknemers. Veruit de meeste werkgevers stellen dat 55-plussers net zo goed als (74%) of zelfs beter dan (15%) jongere werknemers functioneren (figuur 3). Dit beeld hadden werkgevers eerder ook al. Ook op het gebied van productiviteit is het beeld relatief gelijk gebleven. Werkgevers stellen dat 55-plussers doorgaans niet minder productief zijn dan jongere werknemers (figuur 4). Bijna twee derde van de werkgevers (64%) geeft aan dat, rekening houdend met verschillen in het salaris, ouderen even productief zijn als jongere werknemers. Er zijn op dit terrein nauwelijks verschillen tussen grote en kleine organisaties of tussen sectoren.

Figuur 3Opvattingen over functioneren 55-plussers ten opzichte van werknemers jonger dan 55 jaar

ouderen functioneren beter dan jongere werknemers ouderen functioneren even goed als jongere werknemers ouderen functioneren slechter dan jongere werknemers
totaal 15 74 11
industrie en landbouw 14 75 11
bouwnijverheid 21 62 17
handel, horeca, reparatie 15 68 17
transport 16 77 7
zakelijke dienstverlening 16 76 9
zorg en welzijn 13 81 5
overige dienstverlening 18 78 5
overheid 4 89 7
onderwijs 11 83 6
kleine organisaties 17 72 11
middelgrote organisaties 11 78 11
grote organisaties 7 84 9

Noot:Kleine organisaties: < 20 werknemers, middelgrote organisaties: 20-100 werknemers, grote organisaties: > 100 werknemers.

Bron:SCP (AVP’19/’20)

Figuur 4Opvattingen over de productiviteit van 55-plussers ten opzichte van werknemers jonger dan 55 jaar

ouderen zijn productiever dan jongere werknemers ouderen zijn even productief als jongere werknemers ouderen zijn minder productief dan jongere werknemers
totaal 17 64 20
industrie en landbouw 13 62 26
bouwnijverheid 14 61 26
handel, horeca, reparatie 20 57 23
transport 17 70 14
zakelijke dienstverlening 25 59 16
zorg en welzijn 11 74 15
overige dienstverlening 16 72 12
overheid 8 71 21
onderwijs 5 78 17
kleine organisaties 19 61 20
middelgrote organisaties 13 67 20
grote organisaties 7 70 23

Noot:Kleine organisaties: < 20 werknemers, middelgrote organisaties: 20-100 werknemers, grote organisaties: > 100 werknemers.

Bron:SCP (AVP’19/’20)

Meeste organisaties hanteren maatregelen om ouderen langer door te laten werken

Werkgevers hebben steeds vaker oudere werknemers in dienst. Werkgevers kunnen hen helpen om vitaal de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. Dat kan op veel verschillende manieren. Voorbeelden hiervan zijn dat oudere werknemers recht krijgen op extra vrije dagen, het stimuleren van scholings- of cursusdeelname door oudere werknemers of hen vrijstellen van onregelmatige diensten. 6 van de 7 organisaties hanteren ten minste 1 aanvullende beleidsmaatregel specifiek voor oudere werknemers (figuur 5). De maatregel die in de meeste organisaties voorkomt, is dat oudere werknemers extra vrije dagen kunnen kopen: dit komt bij ruim 60% van de organisaties voor. Bij ruim 4 op de 10 organisaties kunnen ouderen een kortere werkweek afspreken. Ook taakverlichting voor oudere werknemers (35%) en het stimuleren van scholings- en cursusdeelname door oudere werknemers (31%) worden door een substantieel deel van de organisaties gehanteerd.

Figuur 5Maatregelen voor oudere werknemers

specifieke maatregelen voor ouderen extra vrije dagen voor oudere werknemers kortere werkweek taakverlichting voor oudere werknemers stimuleren van scholings- of cursusdeelname door oudere werknemers een ander takenpakket voor oudere werknemers oudere werknemers vrijstellen van onregelmatige diensten of ploegendienst oudere werknemers vrijstellen van overwerk aanpassing van de werktijden voor oudere werknemers teruggang in functie en salaris voor oudere werknemers
totaal 87 70 39 33 25 25 21 19 18 6
industrie en landbouw 94 79 50 48 20 26 34 30 25 13
bouwnijverheid 92 79 54 45 28 34 17 21 15 3
handel, horeca, reparatie 86 68 40 38 29 29 17 21 20 5
transport 86 64 35 39 34 20 25 25 24 8
zakelijke dienstverlening 78 44 38 23 31 17 11 10 14 9
zorg en welzijn 85 63 30 25 39 15 20 12 19 7
overige dienstverlening 87 55 38 30 27 18 11 15 20 4
overheid 95 72 64 38 30 36 34 16 33 18
onderwijs 93 50 59 44 46 31 7 13 17 9
kleine organisaties 84 63 37 32 31 20 13 16 16 5
middelgrote organisaties 89 60 48 39 30 29 23 21 22 10
grote organisaties 92 70 57 45 37 37 45 28 31 20

Noot:Kleine organisaties: < 20 werknemers, middelgrote organisaties: 20-100 werknemers, grote organisaties: > 100 werknemers.

Bron:SCP (AVP’19/’20)

Deze kaart citeren

Swart, L. en N. Bilo (2022). Hoe kijken werkgevers naar oudere werknemers?. In: Arbeidsmarkt in kaart: Werkgevers - editie 3. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-werkgevers-editie-3/hoe-kijken-werkgevers-naar-oudere-werknemers.

Informatie noten