8 / 14
Nemen werkgevers mensen met arbeidsbeperkingen in dienst?
Een inclusieve arbeidsmarkt is een arbeidsmarkt die openstaat voor iedereen, waaraan iedereen kan meedoen. Mensen met een arbeidsbeperking hebben een achterstand op de arbeidsmarkt (Versantvoort en Van Echtelt 2016). Sociale partners maakten afspraken om voor deze groep banen te creëren. Wat doen werkgevers voor deze groep?
Meer informatie over de banenafspraak
In 2013 spraken het toenmalige kabinet en de sociale partners in het sociaal akkoord af dat er extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers in het bedrijfsleven moeten tot 2026 in totaal 100.000 extra banen creëren. Voor de overheid geldt dat er 25.000 extra banen bij moeten komen. Dit is vastgelegd in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (Wet BQA) die op 1 april 2015 inging. Als blijkt dat het aantal banen voor mensen met een arbeidsbeperking achterblijft bij de gemaakte afspraken, kan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid besluiten tot een wettelijk quotum. Werkgevers die nog niet voldoende banen creëerden, betalen dan een quotumheffing
Veel werkgevers voelen verantwoordelijkheid, weinig creëren werkplekken
Een derde (31%) van de werkgevers voelde zich in 2017/’18 verantwoordelijk om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Voor 38% gold dit enigszins (figuur 1). Het overige deel (31%) zag dit niet als hun verantwoordelijkheid. Dat werkgevers zich verantwoordelijk voelen, wil nog niet zeggen dat ze ook plekken creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. In 2017/’18 had 17% van de werkgevers werknemers met een arbeidsbeperking in dienst. Het aandeel werkgevers dat denkt in de komende 2 jaar (meer) mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen is beperkt: 11%. Deze percentages zijn vergelijkbaar met die uit 2015/’16 (niet in de figuur). Wel nam het aandeel werkgevers dat misschien mensen met een arbeidsbeperking wil aannemen tussen 2015/’16 en 2017/’18 licht toe (van 39% naar 44%) ten koste van het aandeel dat dit zeker niet van plan is (van 50% naar 45%). Ander onderzoek onder werkgevers laat zien dat in de periode 2015-2017 meer werkgevers bereid waren om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Toch waren er niet meer werkgevers die plaatsingen regelden (Adelmeijer et al. 2017). Elders in deze publicatie bleek al dat de prioriteit die werkgevers geven aan het aannemen van mensen met een arbeidsbeperking relatief laag is (zie de kaart Heeft doelgroepenbeleid prioriteit?).
Grotere organisaties voelen zich vaker verantwoordelijk en hebben vanzelfsprekend een grotere kans om iemand met een arbeidsbeperking in dienst te hebben. De sector overheid kent veel grote organisaties. In deze sector is het aandeel organisaties dat zich verantwoordelijk voelt en mensen met een arbeidsbeperking in dienst heeft dan ook het hoogst. Ook in de sector onderwijs is het aandeel hoog. Organisaties in de sector industrie en transport voelen zich niet vaker dan gemiddeld verantwoordelijk, maar hebben wel vaak mensen met een arbeidsbeperking in dienst.
Figuur 1Aannemen van mensen met een arbeidsbeperkinga
totaal | |||
---|---|---|---|
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 17,3 | 82,7 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 31,1 | 38,1 | 30,8 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 11,1 | 44,4 | 44,5 |
industrie en landbouw | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 23,2 | 76,8 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 29,9 | 37,4 | 32,7 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 13,6 | 34,8 | 51,6 |
bouwnijverheid | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 13,9 | 86,1 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 28,8 | 40,6 | 30,6 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 13,2 | 46,1 | 40,7 |
handel, horeca, reparatie | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 15,1 | 84,9 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 25,2 | 44 | 30,8 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 10,7 | 41,6 | 47,7 |
transport | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 18,6 | 81,4 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 24,1 | 39,2 | 36,7 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 7,7 | 38,8 | 53,5 |
zakelijke dienstverlening | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 15,8 | 84,2 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 31,5 | 35,7 | 32,8 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 9,7 | 47,9 | 42,4 |
zorg en welzijn | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 16,1 | 83,9 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 36,5 | 31,3 | 32,2 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 9,2 | 55,3 | 35,5 |
overige dienstverlening | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 16,3 | 83,7 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 31,9 | 31,5 | 36,6 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 8,2 | 46,9 | 44,9 |
overheid | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 49,2 | 50,8 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 68,9 | 22,3 | 8,7 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 41,4 | 44,6 | 14 |
onderwijs | |||
ja | misschien | nee | |
heeft mensen met een arbeidsbeperking in dienst | 21,7 | 78,3 | |
voelt zich verantwoordelijk om deze groep in dienst te nemen | 47,1 | 37 | 15,9 |
wil (meer) mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen | 12,6 | 41,7 | 45,7 |
aDeze figuur is gebaseerd op 3 enquêtevragen (in procenten, exclusief sw-bedrijven): (1) Heeft u werknemers in dienst die door zintuiglijke, motorische, psychische of andere beperkingen extra aandacht nodig hebben om hun werk te doen? (2) Voelt uw organisatie/vestiging zich verantwoordelijk om zulke mensen in dienst te nemen? (ja/enigszins/nee) (3)Denkt u de komende 2 jaar meer/wel mensen met zulke beperkingen in dienst te nemen? (ja/misschien/nee)
Bron:SCP (AVP ‘17/‘18)
Een deel van de werkgevers (45%) die niet van plan zijn (extra) mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen, geeft als reden dat er geen geschikte functies zijn (figuur 2). Een andere reden is dat er geen nieuwe medewerkers nodig zijn. In 2017/’18 werd dit wat minder vaak genoemd (20%) dan in 2015/’16 (27%). Ook hebben sommige werkgevers te weinig capaciteit voor begeleiding en ondersteuning (17%). Onbekendheid met de manier van werven, te hoge administratieve lasten of een te lage productiviteit van de doelgroep spelen geen rol volgens de respondenten. Hoewel werkgevers administratieve lasten niet als belemmering noemen, is het wel belangrijk om werkgevers zoveel mogelijk te ‘ontzorgen’ bij het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking (Adelmeijer et al. 2017).
Figuur 2Redenen om geen (extra) mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen
geen geschikte functies | te weinig capaciteit voor begeleiding en ondersteuning | lage productiviteit mensen met beperkingen | administratieve lasten | onbekend hoe deze groep te werven | kijken naar kwaliteit, niet naar beperking | geen nieuwe medewerkers nodig | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal | 44,6 | 16,8 | 0,6 | 0,2 | 0,9 | 9,7 | 19,9 |
industrie en landbouw | 51,6 | 16,4 | 0,1 | 0 | 1,3 | 7,8 | 14 |
bouwnijverheid | 53,2 | 13,8 | 0 | 0 | 0 | 11,1 | 8,3 |
handel, horeca, reparatie | 45,7 | 19,7 | 1,5 | 0 | 0,5 | 5,3 | 20,1 |
transport | 55,2 | 15,9 | 2,3 | 1,6 | 0 | 9,7 | 12,5 |
zakelijke dienstverlening | 34,1 | 17 | 0 | 0,7 | 1,9 | 13,9 | 27,7 |
zorg en welzijn | 46,8 | 14 | 0 | 0 | 0,7 | 12,5 | 17,7 |
overige dienstverlening | 44,8 | 14,2 | 1 | 0 | 1,7 | 5,9 | 25,6 |
overheid | 38,8 | 12,2 | 0 | 0 | 0 | 15,7 | 20,9 |
onderwijs | 41,5 | 15,1 | 0 | 0 | 0 | 15,4 | 19,7 |
Bron:SCP (AVP ‘17-‘18)
Veel werkgevers niet bekend met subsidieregelingen
Ongeveer een kwart van de organisaties (27%) maakte in 2017/’18 gebruik van 1 of meer regelingen om de positie van mensen met een arbeidsbeperking te versterken. Loonkostensubsidie of loondispensatie (16%) kwamen het vaakst voor (figuur 3
Figuur 3Bekendheid en gebruik subsidieregelingen
totaal | |||
---|---|---|---|
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 8 | 43,1 | 48,9 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 8,5 | 42,1 | 49,3 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 7 | 68,8 | 24,2 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 16,2 | 56,7 | 27,1 |
Werken met behoud van uitkering | 4,4 | 69,4 | 26,2 |
industrie en landbouw | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 8,2 | 46,7 | 45,1 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 7 | 50,2 | 42,7 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 8,7 | 67,7 | 23,6 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 25,1 | 55 | 19,9 |
Werken met behoud van uitkering | 2,2 | 76,7 | 21 |
bouwnijverheid | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 4,8 | 60 | 35,2 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 8,8 | 45,1 | 46,1 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 5,6 | 70 | 24,3 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 17,3 | 55,2 | 27,6 |
Werken met behoud van uitkering | 8,4 | 67,5 | 24,1 |
handel, horeca, reparatie | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 8,8 | 36,8 | 54,4 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 8,9 | 35,7 | 55,5 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 4,9 | 67,5 | 27,7 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 16,3 | 53,9 | 29,7 |
Werken met behoud van uitkering | 2,7 | 64,9 | 32,4 |
transport | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 7,1 | 53,9 | 39 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 6,5 | 45 | 48,5 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 4,5 | 63,5 | 32 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 13,5 | 58,9 | 27,6 |
Werken met behoud van uitkering | 3 | 68,5 | 28,5 |
zakelijke dienstverlening | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 4,6 | 52,6 | 42,8 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 7,1 | 53,9 | 39 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 2,6 | 71 | 26,4 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 9,6 | 66,9 | 23,5 |
Werken met behoud van uitkering | 2 | 73 | 25 |
zorg en welzijn | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 12,8 | 35,5 | 51,8 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 11,1 | 38,1 | 50,8 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 12,8 | 74,2 | 13 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 16,4 | 52 | 31,6 |
Werken met behoud van uitkering | 10 | 71,1 | 18,9 |
overige dienstverlening | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 5,9 | 39,7 | 54,4 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 5,7 | 42,8 | 51,4 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 7,6 | 65,7 | 26,7 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 15,5 | 64,7 | 19,8 |
Werken met behoud van uitkering | 5,7 | 64,9 | 29,5 |
overheid | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 20,6 | 45,5 | 33,9 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 17,4 | 35,7 | 46,9 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 47,8 | 40,7 | 11,5 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 36,4 | 42,4 | 21,2 |
Werken met behoud van uitkering | 17,8 | 69,5 | 12,7 |
onderwijs | |||
maakt gebruik van | wel bekend, geen gebruik | niet bekend | |
No-risk regeling bij ziekte en arbeidsongeschiktheid | 8,9 | 29,1 | 62 |
Korting of vrijstelling premies sociale verzekeringen | 10,6 | 25,9 | 63,5 |
Detachering uit bijvoorbeeld sociale werkplaats | 12,6 | 69,4 | 18 |
Loonkostensubsidies of -dispensatie | 19,1 | 46 | 34,9 |
Werken met behoud van uitkering | 6 | 70,1 | 23,9 |
Bron:SCP (AVP ‘17/‘18)
Literatuur
Adelmeijer, M., P. Schenderling, F. van Urk en J. ten Hoor (2017). Onderzoek Participatiewet bij werkgevers. Rapportage fase 2. Utrecht: Berenschot.
Versantvoort, M. en P. van Echtelt (red.) (2016). Beperkt in functie. Trendrapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en arbeidsdeelname mensen met gezondheidsbeperkingen. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Deze kaart citeren
Echtelt, P. van (2019). Nemen werkgevers mensen met arbeidsbeperkingen in dienst?. In: Arbeidsmarkt in kaart: Werkgevers - editie 2. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-werkgevers-editie-2/nemen-werkgevers-mensen-met-arbeidsbeperkingen-in-dienst.
Informatie noten
Aan werkgevers vroegen we of ze werknemers in dienst hebben die door zintuiglijke, motorische, psychische of andere beperkingen extra aandacht nodig hebben om hun werk te kunnen doen. Deze omschrijving komt niet overeen met de definitie voor bijvoorbeeld de banenafspraak of de Participatiewet.
Een werkgever kan loonkostensubsidie krijgen als hij iemand in dienst neemt met een uitkering. Deze regeling is bedoeld voor mensen die niet het minimumloon kunnen verdienen. De werkgever betaalt het voor de werknemer geldende minimum- of cao-loon. Het verschil tussen de arbeidsproductiviteit van de werknemer (de loonwaarde) en het minimumloon krijgt de werkgever via een loonkostensubsidie. Loondispensatie is ook bedoeld voor mensen die niet het minimumloon kunnen verdienen. De werkgever betaalt alleen het deel dat de werknemer arbeidsproductief is (de loonwaarde) en hij mag minder dan het gangbare loon betalen. De werknemer krijgt daarnaast een aanvulling op zijn loon vanuit de uitkering tot maximaal het minimumloon. Deze regeling is onder andere bedoeld voor werknemers die een Wajong-uitkering hebben (mensen die voor 2015 al een Wajong-uitkering hadden en arbeidsvermogen hebben).
Deze regelingen zijn bedoeld voor werkgevers die iemand met een arbeidsbeperking in dienst nemen, bijvoorbeeld een werknemer met een arbeidsongeschiktheidsuitkering of een werknemer met een indicatie banenafspraak. Met een no-riskregeling hoeft een werkgever het loon niet door te betalen bij ziekte van de werknemer.