10 / 15
Hebben werkenden behoefte aan scholing?
De meeste werkenden vonden in 2018 dat ze goed zijn toegerust voor hun werk, al realiseren velen zich dat veranderingen op het werk bijleren nodig maken. Volgens 1 op de 5 werkenden is de aansluiting van hun kennis en vaardigheden op het werk niet optimaal en bij sommigen gaf dat problemen bij de uitvoering van hun werk. Scholing zagen zij als een van de oplossingen. Zij hebben echter niet vaker scholing gevolgd dan werkenden die vinden dat hun kennis en vaardigheden wél goed aansluiten bij hun werk.
Helft werkenden vindt dat veranderingen op het werk bijleren noodzakelijk maken
De overheid benadrukt het belang van een leven lang leren. Alleen zó kunnen mensen zich voorbereiden op veranderingen in hun werk en duurzaam inzetbaar blijven in een steeds dynamischer arbeidsmarkt (TK 2018/2019). De helft van de werkenden in 2018 (evenveel als in 2014 en 2016) was het daarmee eens: ook zij vonden dat de vele veranderingen op het werk bijleren noodzakelijk maken. Mannen, hoogopgeleiden en jonge werkenden bevestigen dat nog wat vaker dan vrouwen, lageropgeleiden en 55-plussers. Ook voltijds werkenden en werknemers in grote vestigingen zien relatief vaak de noodzaak om bij te blijven leren (zie bijlage B). Werkenden bij de overheid, in de zakelijke dienstverlening en het onderwijs vonden ook vaker dan in andere sectoren dat de ontwikkelingen op hun werk hard gaan en noodzaken tot bijleren. De werkgevers in deze sectoren beamen dat (zie https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-werkgevers-editie-2/investeren-werkgevers-in-scholing-van-werknemers/).
Meeste werkenden vonden zichzelf goed toegerust voor hun werk
Ondanks de snelle (of minder snelle) veranderingen in het werk dachten 4 op de 5 werkenden in 2018 dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij het werk dat ze doen. De meeste anderen kozen voor de antwoordoptie ‘redelijk’, en 3% meende dat er sprake was van een matige of slechte match. En slechts 1 op de 20 werkenden vond dat ze wat hun kennis en vaardigheden betreft problemen hebben om hun werk goed te doen (zie ook Maslowski 2019). Daarmee is de inschatting van werkenden in 2018 significant positiever dan in de eerste metingen in 2004-2006.
Werkenden die meenden dat hun kwaliteiten en vaardigheden niet optimaal aansluiten bij hun werk, vonden overigens vaker dat ze overgekwalificeerd waren voor het werk dat ze doen (37%) of opgeleid waren voor een ander vak (17%), dan dat hun kennis en ervaring te weinig, verouderd of niet praktijkgericht genoeg waren (11%). De meesten van hen vinden dan ook dat ze ondanks deze mismatch hun werk goed kunnen doen. Slechts 5% van alle werkenden zei in 2018 dat ze door tekortschietende kennis/vaardigheden problemen hebben om hun werk goed te doen, ongeveer evenveel als in voorgaande meetjaren.
Figuur 1Oordeel werkenden over eigen kennis/vaardigheden
aWerkenden van 25-65 jaar. Scholieren en studenten met een bijbaan zijn niet meegerekend in de cijfers, evenals 25-minners, om ook mensen die de voorafgaande 2 jaren nog met hun opleiding bezig waren zoveel mogelijk uit te sluiten.
Bron:SCP (AAP’04-’18)
Ook werkgevers blijken behoorlijk veel vertrouwen te hebben in de duurzame inzetbaarheid van hun personeel: slechts 16% geeft aan dat een deel van hun werknemers (gemiddeld 12%) onvoldoende is toegerust voor de eisen die het werk de komende jaren stelt (zie https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-werkgevers-editie-2/investeren-werkgevers-in-scholing-van-werknemers/). Dat komt neer op zo’n 2% van het personeel.
Werknemers blijken scholing vooral te volgen om hun huidige werk beter te kunnen doen. Toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt blijken te abstract om daarop te kunnen anticiperen (Maslowski 2019). Werkgevers zouden daarbij kunnen helpen, maar de meesten vinden dat werknemers zelf moeten bijhouden wat en hoeveel ze willen scholen (zie https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-werkgevers-editie-2/investeren-werkgevers-in-scholing-van-werknemers/).
Mismatch vooral bij nieuwe werksituatie
Vrouwen en mannen vonden even vaak dat hun kennis en vaardigheden goed aansluiten bij het werk dat ze doen, en dat ze geen problemen hebben bij de uitvoering daarvan. Wat dit betreft zien we ook geen verschil tussen lager- en hogeropgeleide werkenden. Jongere werkenden waren wel iets minder positief over hun geschiktheid dan oudere werkenden. Van de 25-34-jarigen vond in 2018 28% dat hun kennis en vaardigheden niet optimaal aansloten bij hun werk, tegenover 17% bij de ouderen (zie bijlage B). Ook werkenden die in de voorafgaande 2 jaar van werksituatie zijn veranderd (vaak gaat het om een andere baan/functie, soms bv. een overstap van loondienst naar zelfstandig ondernemerschap) melden vaker enige mismatch. Zowel de jongeren als degenen die een overstap hebben gemaakt, doen hun huidige werk nog relatief kort, en een deel van hen vindt dus dat ze nog wel wat bij te leren hebben. Beide groepen blijken dat ook relatief vaak te doen (zowel formeel als informeel) (zie kaart Formele en informele scholing). Meestal zal het dus gaan om een tijdelijke mismatch.
Figuur 2Oordeel werkenden over eigen kennis/vaardigheden
aWerkenden van 25-65 jaar. Scholieren en studenten met een bijbaan zijn niet meegerekend in de cijfers, evenals 25-minners, om ook mensen die de voorafgaande 2 jaren nog met hun opleiding bezig waren zoveel mogelijk uit te sluiten.
Bron:SCP (AAP’18)
Scholing helpt bij mismatch
Ruim de helft van werkenden die aangeven vanwege hun kennis/vaardigheden problemen te hebben bij de uitvoering van hun werk denkt dat meer werkervaring en/of extra begeleiding (informele scholing dus) de oplossing is (resp. 48% en 28%, samen, inclusief overlap 55%). Een krappe helft denkt ook aan formele scholing (48%). 1 op de 5 schatte in dat dat allemaal niet voldoende is en zag een overstap naar een andere functie, een ander bedrijf of beide als oplossing.
Als we werknemers door de tijd heen volgen, blijkt dat extra formele scholing helpt bij het verminderen van de mismatch. Van de werknemers die in 2016 aangaven niet goed toegerust te zijn voor hun werk én die in 2018 weer meededen aan het onderzoek, vinden degenen die in 2017-2018 scholing hebben gevolgd vaker dan degenen die dat niet deden dat hun kennis/vaardigheden nu wel goed aansluiten op hun werk (resp. 61% vs 47%, verschil is significant).
Werkenden die zich niet optimaal toegerust voelden, volgden niet vaker scholing
Werknemers die niet optimaal toegerust zijn voor hun werk hebben dus baat bij scholing. Zij volgen deze echter niet vaker dan werknemers die wel ‘goed’ in hun werk zitten. Van de werkenden die in 2016 vonden dat hun kennis en vaardigheden niet optimaal aansloten bij het werk én die in 2018 weer meededen met het onderzoek, had 35% in 2017-2018 een opleiding of cursus gevolgd. Dat zijn er bijna net zoveel als van de werkenden die in 2016 positief waren over hun geschiktheid voor het werk (41%, verschil is niet significant). Dat lijkt niet geheel vrijwillig. Van de werkenden die zich in 2016 niet optimaal toegerust voelden voor hun werk, was slechts 38% na 2 jaar tevreden over de scholingsmogelijkheden, tegenover 62% van degenen die 2 jaar daarvoor positief waren over hun eigen geschiktheid voor het werk. Blijkbaar voelen de eerstgenoemden vaker de behoefte om via scholing hun werk beter te kunnen doen, maar lukt het hen niet vaker om dit ook te realiseren. Ook hebben zij niet vaker op hun werk veel bijgeleerd.
aWerkenden van 25-65 jaar. Scholieren en studenten met een bijbaan zijn niet meegerekend in de cijfers, evenals 25-minners, om ook mensen die de voorafgaande 2 jaren nog met hun opleiding bezig waren zoveel mogelijk uit te sluiten.
Bron:SCP (AAP’16-’18)
Helft werknemers tevreden met scholingsmogelijkheden werkgever
In 2018 was ruim de helft van de werkenden in loondienst tevreden met de scholingsmogelijkheden die hun werkgever hun bood. Dat zijn er iets meer dan in 2012 en 2014, maar minder dan in 2004, toen 66% hierover (zeer) tevreden was. De hoge tevredenheid in 2004 kan te maken hebben met de opbouw van de vragenlijst. Sinds 2006 maakt deze vraag deel uit van een bredere vraag over tevredenheid met tal van aspecten van het werk. Mogelijk heeft dat de beoordeling beïnvloed.
Tijdelijke werknemers minder tevreden over scholingsmogelijkheden
Ruim de helft van de werkenden in loondienst was tevreden over de scholingsmogelijkheden bij hun werkgever. Niet verwonderlijk waren vooral degenen die de voorafgaande 2 jaren een cursus of opleiding hadden gevolgd vaak tevreden (67%). Van de werkenden die in 2017-2018 geen scholing hadden gevolgd, was overigens ook 43% tevreden over de mogelijkheden. Blijkbaar waren die er wel, maar hebben zij daar om allerlei redenen op dat moment geen gebruik van gemaakt.
Werknemers met een tijdelijke aanstelling zijn minder positief. (zie bijlage B). Zij hebben in 2017-2018 relatief weinig geschoold, maar hadden dat blijkbaar wel vaker gewild. Zij nemen even vaak als vast personeel het initiatief om scholing te mogen volgen, maar dit verzoek wordt minder vaak door hun werkgever gehonoreerd, zo blijkt uit ander onderzoek (Künn-Nelen et al. 2018). Ook werknemers met een deeltijdaanstelling zijn iets minder vaak tevreden over de mogelijkheden om via hun werkgever scholing te volgen.
Figuur 4Tevredenheid met scholingsmogelijkheden
aWerkenden van 25-65 jaar. Scholieren en studenten met een bijbaan zijn niet meegerekend in de cijfers, evenals 25-minners, om ook mensen die de voorafgaande 2 jaren nog met hun opleiding bezig waren zoveel mogelijk uit te sluiten.
Bron:SCP (AAP’04-’18)
Wilt u meer weten?
Meer lezen over redenen waarom werkenden wel/niet scholing volgen: Maslowski, R., m.m.v. R. Vogels (2019). Grenzen aan een leven lang leren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
Literatuur
Künn-Nelen, A., D. Poulissen, P. van Eldert, D. Fouarge en A. de Grip (2018). Leren onder werkenden met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Maastricht: Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) (ROA Rapport 2018/5).
Maslowski, R. en J.D. Vlasblom (2018). Leidt scholing tot ander werk of ander werk tot deelname aan scholing? In: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jg. 34, nr. 3, p. 355-369.
Maslowski, R., m.m.v. R. Vogels (2019). Grenzen aan een leven lang leren. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.
TK (2018/2019). Leven Lang Ontwikkelen. Kamerbrief ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tweede Kamer, vergaderjaar 2017/2018, 30012 en 29544, nr. 76.
Deze kaart citeren
Portegijs, W.J. (2020). Hebben werkenden behoefte aan scholing?. In: Arbeidsmarkt in kaart: Wel- en niet-werkenden – editie 2. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/arbeidsmarkt-in-kaart-wel-en-niet-werkenden-editie-2/hebben-werkenden-behoefte-aan-scholing.
Informatie noten
Sinds 2014 wordt deze stelling in de enquête aan werkenden voorgelegd. In 2014 was 51% het daarmee eens, en in 2016 was dat 53%. Of ze bij dit ‘bijleren’ denken aan opleidingen of cursussen is overigens niet zeker. Ze kunnen ook doelen op informeel bijleren op het werk (al doende of door begeleiding van collega’s).
Overigens vond 1 op de 3 werkenden die een mismatch ervaart dat hun kennis en vaardigheden wel op niveau waren. Onduidelijk is waar de door hen eveneens genoemde aansluitingsproblemen dan uit bestaan.
Ook hebben werkenden die in 2016 zich niet goed genoeg toegerust voelden voor hun taken niet vaker het gevoel informeel (dus al doende leren of via begeleiding van collega’s of leidinggevenden) veel te hebben bijgeleerd (58%, evenveel als werkenden die zich in 2016 wel goed toegerust voelden).