CBSSCP

Emancipatiemonitor 2018

3 / 18

Meisjes vlijtig door het onderwijs en jongens een flitsende loopbaanstart?

Auteurs: Marijke Hartgers (CBS), Laura Wielenga-van der Pijl (CBS) en Sebastian Alejandro Perez (CBS)

Meisjes hebben jongens op opleidingsgebied niet alleen ingehaald, ze zijn inmiddels succesvoller in het onderwijs dan jongens. Ze zitten bijvoorbeeld in de hogere onderwijsniveaus, verlaten minder vaak voortijdig hun opleiding en gaan sneller door hun studie heen. Deze ontwikkeling werkt ook geleidelijk door in het opleidingsniveau van de bevolking. In 2017 is het aandeel hoogopgeleide 15- tot 65-jarigen voor het eerst bij de vrouwen groter dan bij de mannen. Dit betekent echter niet dat vrouwen het ook op de arbeidsmarkt beter doen dan mannen. Vlak na het behalen van hun diploma hebben vrouwen minder vaak betaald werk en werken ze vaker in deeltijd. Deze verschillen nemen later in hun loopbaan verder toe (zie Gaan vrouwen steeds meer werken? en Welke gevolgen heeft ouderschap voor werk en economische zelfstandigheid?).

Meisjes volgen hogere niveaus in onderwijs

Dat meisjes het beter doen op school begint al op de basisschool. In groep 8 krijgen ze een hoger advies voor het voortgezet onderwijs (vo) dan jongens. Vervolgens blijkt dat ze in het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs vaker een hoger niveau volgen dan het advies dat ze kregen, terwijl jongens juist vaker in een lager niveau zijn terechtgekomen (CBS 2018). In het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs is 49% van de leerlingen een meisje, maar op de havo en het vwo is dat meer dan de helft. In het praktijkonderwijs en de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo (vmbo-b en vmbo-k) zijn jongens juist oververtegenwoordigd.

Ook in het onderwijs na het vo volgen meisjes vaker dan jongens de hogere niveaus. In het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn meisjes oververtegenwoordigd in niveau 4, terwijl jongens meer dan gemiddeld de entreeopleiding of niveau 2 en 3 volgen. En in het hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) bestaat meer dan de helft van de studenten uit meisjes. De afgelopen tien jaar is er weinig veranderd in deze cijfers.

Meisjes per onderwijssoort

aandeel meisjes per onderwijssoort (in procenten)

# voortgezet onderwijs, leerjaar 3 praktijkonderwijs vmbo-bk vmbo-gt havo ᵇ vwo middelbaar beroepsonderwijs ᶜ entreeopleiding niveau 2 niveau 3 niveau 4 hoger beroepsonderwijs wetenschappelijk onderwijs promoties
aandeel meisjes 2017/'18 (a) 49 42 45 49 51 53 48 38 37 47 52 52 53 48

aVoorlopige cijfers.

bInclusief algemeen leerjaar.

cInclusief extraneï.

Bron:CBS (Onderwijsstatistieken 2007/’08-2017/’18)

Jongens vaker voortijdig schoolverlater

Jongens zijn vaker voortijdig schoolverlater dan meisjes. Van de jongeren die na het schooljaar 2016/’17 het onderwijs verlieten vanuit vo, mbo en vavo had 1,9% van de meisjes en 3,0% van de jongens geen startkwalificatie. Deze percentages zijn de afgelopen vijf jaren afgenomen.

Instroom in hbo en wo voor vrouwen hoger dan voor mannen

De gemiddelde instroompercentages in het hbo en wo zijn al jaren onder vrouwen groter dan onder mannen. In 2017/’18 nam de instroom in beide onderwijssoorten voor het tweede jaar op rij toe. Bij het hbo volgde de groei na een flinke dip in 2015/’16, het jaar van de invoering van het nieuwe leenstelsel. In de twee voorgaande jaren stroomden juist meer studenten in het hbo in. Studenten zagen af van een tussenjaar na hun middelbare school om bijvoorbeeld te gaan reizen of werken om nog van de oude studiefinancieringsregeling (met basisbeurs) gebruik te kunnen maken. Bij het wo is dezelfde ontwikkeling te zien, maar in veel mindere mate.

Instroom in hbo en wo

instroompercentages in het hbo en wo ᵃ

# 2007/'08 2008/'09 2009/'10 2010/'11 2011/'12 2012/'13 2013/'14 2014/'15 2015/'16 2016/'17 2017/'18 ᵇ
hbo vrouw 46.9 47.3 49.1 49 48.2 47.9 53.6 51.1 46 48.3 49.8
hbo man 40.3 40.2 43.1 42.6 42.7 42.4 45.9 44.5 40.8 42.2 43.8
wo vrouw 20.8 21.4 22.7 22.6 23.1 22.3 24.5 24.1 23.6 25.4 27.6
wo man 17.3 17.8 19.1 18.5 20 19.6 21.2 21 20.8 21.4 23.2

aEerstejaars bachelor en doctoraal. Het betreft het aandeel personen per bevolkingsgroep dat in het hbo en wo instroomt, berekend op basis van de leeftijdsgegevens van één jaar. Het is dus een fictief cohort.

bVoorlopige cijfers.

Bron:CBS (Onderwijsstatistieken 2007/’08-2017/’18)

Vrouwen succesvoller in het hoger onderwijs

Vrouwen nemen niet alleen vaker dan mannen deel aan het hoger onderwijs, ze sluiten hun studie ook vaker succesvol én sneller af dan mannen. Zo had ruim 60% van de vrouwen die in 2009 begonnen waren met een studie in het wo zeven jaar later een wo-master behaald, tegenover 44% van de mannen. Ook had toen ruim 7% van de mannen het hoger onderwijs zonder diploma (hbo of wo) verlaten, terwijl dat bij de vrouwen ruim 3% was. Bij studenten die in 2010 met een hbo-opleiding waren gestart, is na zes jaar een soortgelijk patroon te zien. Wel is het aandeel dat zonder diploma uit het hoger onderwijs uitstroomt bij dit hbo-cohort aanmerkelijk groter dan bij het wo-cohort.

Studiesucces zes/zeven jaar na start hoger onderwijs

wo-cohort 2009

# vrouw man
wo-master 61 44
hbo-bachelor of -master 7 8
in wo 19 28
in hbo 2 5
uit ho met wo-bachelor 8 7
uit ho zonder diploma 3 7

hbo-cohort 2010

# vrouw man
wo-master 3 2
hbo-bachelor of -master 59 45
in wo 3 3
in hbo 13 21
uit ho met wo-bachelor 1 0.0
uit ho zonder diploma 22 29

Bron:CBS (Onderwijsstatistieken 2009/’10, 2010/’11en 2016/’17)

Vrouw voor het eerst vaker hoogopgeleid dan man

Bij vrouwen nam het aandeel hoogopgeleiden de afgelopen tien jaar sneller toe dan bij mannen (CBS StatLine 2018). In 2017 was voor het eerst het aandeel hoogopgeleiden onder vrouwen met 35% hoger dan onder mannen (34%). Bij de 45-plussers is het aandeel hoogopgeleiden nog wel groter voor mannen dan voor vrouwen.

Ook zijn binnen paren van 25 jaar en ouder vrouwen steeds vaker hoger opgeleid dan hun partner. In 2007 was dit bij 22% van deze stellen het geval, tien jaar later was het aandeel 25%. Tegelijkertijd komt het steeds minder vaak voor dat de vrouw lager opgeleid is dan haar partner (OCW in Cijfers 2018).

Onderwijsniveau bevolking

15-64 jaar (in procenten)

# vrouw man
laag onderwijsniveau 22.4 22.3
middelbaar onderwijsniveau 41 42
hoog onderwijsniveau 34.8 33.8
weet niet / onbekend 1.9 1.8

15-64 jaar naar leeftijd (in procenten)

# vrouw 25-34 man 25-34 vrouw 35-44 man 35-44 vrouw 45-54 man 45-54 vrouw 55-64 man 55-64
laag onderwijsniveau 11.6 17.1 15.7 17.9 22.9 22.2 37.2 27.9
middelbaar onderwijsniveau 37.3 41.6 39.6 41.4 45 42.7 37.9 39.8
hoog onderwijsniveau 49.3 39.9 42.7 38.6 30.4 33.1 23.1 30.5
weet niet / onbekend 1.8 1.4 2 2.1 1.7 2.1 1.8 1.8

aIn de groep 15- tot 25-jarigen zijn relatief weinig hoogopgeleiden. Een deel van deze groep is immers nog bezig met hun hbo- of wo-opleiding.

Bron:CBS (EBB’17)

Vrouw werkt aan begin loopbaan al vaker in deeltijd

Twee jaar na het behalen van hun diploma hebben mannen wat vaker betaald werk dan vrouwen. Dat geldt zowel voor afgestudeerden met een diploma op mbo- als op hbo-niveau. Bij afgestudeerde wo-masters zijn de aandelen met betaald werk ongeveer gelijk. Wel werken de vrouwelijke mbo’ers, hbo’ers en wo’ers vlak na het voltooien van hun opleiding al minder vaak voltijds (35 uur of meer) dan mannen (zie Gaan vrouwen steeds meer werken?). Ook uit ander onderzoek blijkt dat veel meer jonge vrouwen dan mannen (tot 25 jaar) in deeltijd werken (Merens en Bucx 2018). De verschillen zijn kleiner naarmate het onderwijsniveau hoger is. Zowel bij vrouwen als mannen groeit het aandeel met een voltijdbaan in de twee jaar dat ze langer van school of de universiteit zijn. Alleen bij de wo’ers slinkt daarbij het verschil tussen vrouwen en mannen; bij de mbo’ers wordt het juist groter.

Voltijdswerk na afronden mbo, hbo of wo

mbo-schoolverlaters werkt ≥ 35 uur per week

# oktober 2013 oktober 2014 oktober 2015
vrouw 30 37 39
man 63 74 77

hbo-bachelor schoolverlaters werkt ≥ 35 uur per week

# oktober 2013 oktober 2014 oktober 2015
vrouw 31 53 61
man 50 74 81

wo-master schoolverlaters werkt ≥ 35 uur per week

# oktober 2013 oktober 2014 oktober 2015
vrouw 45 70 77
man 60 83 88

Bron:CBS (Onderwijsstatistieken 2012/’13 en Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden ’13, ’14 en ’15)

Bij mbo’ers verdienen vrouwen meer per uur dan mannen

Bij werkende vrouwen met een mbo-diploma is het mediane uurloon vlak na het succesvol doorlopen van hun opleiding hoger dan dat van mannelijke mbo’ers. In de daaropvolgende twee jaar wordt het verschil wat kleiner (Statline). Een deel van het verschil hangt samen met het behaalde mbo-niveau: vrouwen halen vaak een hoger niveau dan mannen. Bij de hbo-gediplomeerden ontlopen de uurlonen van mannen en vrouwen elkaar niet veel. Weer anders is het bij de wo’ers, bij wie vrouwen in doorsnee iets minder per uur betaald krijgen dan mannen (Statline). Een belangrijke rol bij het uurloon speelt de sector waarin gewerkt wordt. Vrouwen zijn doorgaans in andere sectoren actief dan mannen (zie ‌Willen vrouwen meer werken (en mannen minder)?).

Literatuur

CBS (2018). Jaarrapport 2018 Landelijke Jeugdmonitor. Den Haag/Heerlen/Bonaire: Centraal Bureau voor de Statistiek.

CBS StatLine (2018). Bevolking; onderwijsniveau; geslacht, leeftijd en migratieachtergrond. Geraadpleegd op 6 november 2018 via http://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82275NED/table?dl=140D4.

Merens, A. en F. Bucx (2018). Werken aan de start. Jonge vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

OCW in Cijfers (2018). Verschillen in het hoogst behaalde onderwijsniveau van vrouwen en hun partner op basis van de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Geraadpleegd op 31 augustus 2018 via https://www.ocwincijfers.nl/emancipatie/vrouwen-en-onderwijs/onderwijsniveau-van-stellen.

Deze kaart citeren

Hartgers (CBS), M., L. Wielenga-van der Pijl (CBS) en S.A. Perez (CBS) (2018). Meisjes vlijtig door het onderwijs en jongens een flitsende loopbaanstart?. In: Emancipatiemonitor: 2018. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/emancipatiemonitor2018/meisjes-vlijtig-door-het-onderwijs-en-jongens-een-flitsende-loopbaanstart.

Informatie noten

Een voortijdig schoolverlater is iemand die het (bekostigd) onderwijs heeft verlaten en niet in het bezit is van een startkwalificatie. Het bezit van een startkwalificatie houdt in dat iemand ten minste een afgeronde havo- of vwo-opleiding, een basisberoepsopleiding (mbo niveau 2) of een oude opleiding van vergelijkbaar niveau heeft.

Deze cijfers wijken af van die in Neemt het loonverschil tussen mannen en vrouwen af?. Hier gaat het om de ontwikkeling van het mediane uurloon van drie verschillende cohorten mbo’ers, hbo’ers en wo’ers die hun diploma behaalden in schooljaar 2012/’13 in de eerste twee jaar daarna. In Neemt het loonverschil tussen mannen en vrouwen af? wordt het gemiddelde uurloon van werknemers (totaal en per leeftijd) voor 2016 besproken.