CBSSCP

Emancipatiemonitor 2018

9 / 18

Komen er meer vrouwen in topfuncties?

Auteurs: Ans Merens (SCP) en Henk-Jan Dirven (CBS)

In de top van de grote bedrijven is het aandeel vrouwen in de afgelopen jaren toegenomen. Toch is maar een op de vijf topbestuurders van de grootste 500 bedrijven een vrouw. Ook kwamen er meer vrouwen in de top van de rijksoverheid en onder hoogleraren. In de lagen net onder de top van grote organisaties (in alle sectoren) bleef het aandeel vrouwen gelijk. Onder hogere managers in de totale werkzame beroepsbevolking nam het aandeel vrouwen wel toe.

Top en subtop: belangrijkste begrippen

De raad van bestuur (rvb) of de directie is het hoogste orgaan van een bedrijf of instelling: het orgaan dat de dagelijkse leiding in handen heeft. De raad van commissarissen (rvc), raad van toezicht (rvt), raad van advies of het bestuur is het orgaan dat toezicht houdt op het functioneren van een bedrijf of instelling. Het lidmaatschap van de raad van bestuur verschilt van dat van de raad van commissarissen, omdat men in het eerste geval in dienst is van het bedrijf of de instelling, terwijl het in het tweede geval om een nevenfunctie gaat. In het bedrijfsleven heet het toezichthoudende orgaan vrijwel altijd rvc, in de non-profitsector worden uiteenlopende benamingen gehanteerd, zoals raad van toezicht, raad van advies of bestuur. De rvb en rvc vormen samen de top van een bedrijf of instelling.

Onder subtop wordt verstaan: de hiërarchische lagen onder de raad van bestuur of de directie. Deze lagen kennen in de verschillende sectoren diverse benamingen, zodat gekozen is voor de algemene termen eerste, tweede en derde echelon onder de raad van bestuur of directie.

Aandeel vrouwen in de top van het bedrijfsleven toegenomen

Van 2015 tot en met 2017 is het aandeel vrouwen in de rvb en rvc van de grootste 5000 bedrijven toegenomen. Dat geldt ook voor selecties van de grotere bedrijven (top 25, 100 en 500). Alleen in de groep van grootste 25 bedrijven nam het aandeel vrouwen in de rvc af, en daarmee het totaal aandeel vrouwen in de top. Het is niet duidelijk hoe dat komt.

Nog steeds hebben er meer vrouwen zitting in de rvc dan in de rvb van de grote bedrijven. Over het algemeen is de stijgende lijn die in de jaren vóór 2015 gaande was voor de rvb en rvc voortgezet. Ondanks deze stijging is maar een op de vijf topbestuurders van de grootste 500 bedrijven en krap een op de zes topbestuurders van de grootste 5000 bedrijven een vrouw. In dit tempo zal het nog twintig jaar gaan duren voordat sprake is van een gelijke man/vrouw-verhouding in de top.

Vrouwen in top grote bedrijven

top 5000 bedrijven ᵃ

# 2007 2009 2011 2013 2015 2017
RvC ᵇ 6.2 4.2 6 11.1 15.1 18.2
RvB ᶜ 3.4 3.2 5.6 10.9 11.3 14.5
totaal 4.5 4.2 6 10.9 12.3 15.4

top 500 bedrijven

# 2007 2009 2011 2013 2015 2017
RvC ᵇ 7.6 9 9.8 18.3 22.3 25.1
RvB ᶜ 3.4 3.4 4.3 13.6 13.3 17.4
totaal 5.6 6.8 7.5 14.9 16.7 20.2

top 100 bedrijven

# 2007 2009 2011 2013 2015 2017
RvC ᵇ 10.5 11.9 12.7 20.6 24.6 25.6
RvB ᶜ 2.6 5.3 6.5 8.8 10.9 18.7
totaal 7.3 9.3 10.2 15 19.3 22.3

top 25 bedrijven

# 2007 2009 2011 2013 2015 2017
RvC ᵇ 13.9 14.4 13.7 22.9 28.2 24.3
RvB ᶜ 0.0 5.6 8.7 8.8 11.9 14.1
totaal 8.9 10.6 11.7 15.6 22.3 19.4

aVoor 2007 zijn gegevens bekend van 2500 bedrijven, voor 2009 van 2000, voor 2011 van 4180; voor 2013 van 4180, voor 2015 van 4290 en voor 2017 van 4519 bedrijven.

bOmvat raden van bestuur, directies, hoofddirecties, algemeen directeuren.

cOmvat raden van commissarissen, adviseurs van de raad van bestuur, raden van beheer.

Bron:Elite Research (2018)

Het aandeel topvrouwen loopt nogal uiteen tussen de verschillende bedrijfstakken (niet in tabel). Het hoogste aandeel vrouwen in de rvb is te vinden in de sector vervoer, opslag en communicatie, en het laagste in de bouw, waarin ook in lagere functies weinig vrouwen werken. Bij de rvc is er weinig verschil tussen sectoren in vertegenwoordiging van vrouwen. Opvallend laag is het aandeel vrouwen in de rvc in de zakelijke dienstverlening (Elite Research 2018).

Andere cijfers over aandeel vrouwen in top

De recente Dutch Female Board Index 2018 laat zien dat het aandeel topvrouwen in de 90 beursgenoteerde bedrijven in 2018 niet is gestegen. Het aandeel vrouwen in de rvb en in de rvc is gelijk gebleven op 6% respectievelijk 25%. De groep beursgenoteerde bedrijven komt maar gedeeltelijk overeen met de eerdergenoemde grootste 100 bedrijven. Dat kan verklaren waarom de uitkomsten voor het aandeel topvrouwen in deze groepen uiteenlopen. De Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017 toont een stijging van het aandeel vrouwen in rvb van 10,7% in 2016 naar 11,7% in 2017 en in de rvc van 15,0% naar 16,2%. Dit betreft bijna 4800 grote naamloze en besloten vennootschappen die onder de werking van de Wet bestuur en toezicht (Wbt) vallen. Uit de Bedrijvenmonitor blijkt dat slechts 17% van de onderzochte bedrijven een evenwichtige verdeling (minstens 30% vrouwen en 30% mannen) heeft in de rvb en 23% in de rvc (zie Bedrijvenmonitor Topvrouwen 2017).

Stijging van aandeel vrouwen in rvc in zorg en welzijn, in andere sectoren gelijk gebleven

Vergeleken met 2016 is het beeld voor het aandeel van vrouwen in de top en subtop van grote arbeidsorganisaties behoorlijk stabiel. Alleen in de rvc van de sector zorg en welzijn nam het aandeel vrouwen toe. In andere sectoren en in de top en subtop van grote bedrijven, sociaal-economische en maatschappelijke organisaties was er van 2016 tot 2018 geen (significante) stijging van het aandeel topvrouwen.

In de grootste non-profitorganisaties is het aandeel topvrouwen al lange tijd hoger dan in de grootste bedrijven. In de sector zorg en welzijn zijn vrouwen in de rvb en de rvc het best vertegenwoordigd, gevolgd door maatschappelijke organisaties. Wat lager is het aandeel vrouwen in de top van de sociaal-economische organisaties. De vertegenwoordiging van vrouwen in het eerste echelon onder de rvb is in de verschillende hier onderzochte onderdelen van de non-profitsector aanzienlijk hoger dan in het bedrijfsleven.

Vrouwen in (sub)top

sector zorg en welzijn

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 30 27 32 35 36 42.3
RvB 31 32 37 41 35 40
eerste echelon onder RvB 50 52 52 53 57 55
tweede echelon onder RvB 57 58 61 60 65 65

grote bedrijven

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 10.1 10.5 13.2 14.3 21.382 25.4
RvB 6.3 6.9 7.3 9.4 13.5 13.8
eerste echelon onder RvB 14.7 15.3 16.9 20.6 18.9 22.5
tweede echelon onder RvB* 19.6 17.1 27.3 24.7 25.4

sociaal-economische sector

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 21 16.4 15.3 21.7 25.525 29.3
RvB 18 26.1 27.3 24.6 25.3 25.2
eerste echelon onder RvB 24.8 34 33 36.4 39.0048 38.39

grote maatschappelijke organisaties

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 32 27 29.9 28.1 30.9 34.7
RvB 38 38 32.3 31.3 29.6 36.9
eerste echelon onder RvB 48.6 40.4 45.7 48.5 45.6 48.9

Bron:SCP (VIB’08-’18)

Enquête Vrouwen in Besluitvorming

De enquête Vrouwen in de Besluitvorming (VIB) is bedoeld om de vertegenwoordiging van vrouwen in de rvc, de rvb en de echelons onder de rvb in grote arbeidsorganisaties in kaart te brengen. De enquête wordt in elk even jaar gehouden onder ongeveer 600 grote bedrijven en non-profitorganisaties (zie verder Bijlage A Gebruikte databestanden). Vanwege de andere meetjaren, andere wijze van dataverzameling (steekproefenquête) en andere groep bedrijven zijn de VIB-gegevens niet direct vergelijkbaar met de hier gepresenteerde registratiegegevens van Elite Research.

Aandeel topvrouwen bij rijksoverheid toegenomen tot 34%

Bij de rijksoverheid is het aandeel topvrouwen gestegen van 31% in 2015 naar 34% eind 2017. Het aandeel van vrouwen in deze zogenoemde ABD-functies is sinds 2000 voortdurend gestegen. Het streefcijfer van 30% topvrouwen dat de rijksoverheid zichzelf eerder had gesteld, is al in 2015 gerealiseerd (ABD 2018).

Aandeel vrouwelijke hoogleraren geleidelijk aan hoger

Aan de universiteiten is het aandeel vrouwelijke hoogleraren gestegen tot 19% in 2017 (VSNU 2017). Al jarenlang is er sprake van een langzame stijging van circa 1 procentpunt per jaar. In 2015 hebben de universiteiten elk afzonderlijk met de VSNU streefcijfers afgesproken voor het aandeel vrouwelijke hoogleraren in 2020, variërend van 15% tot 35%. Waarschijnlijk zullen zes van de veertien universiteiten hun streefcijfer gaan halen (VSNU 2017). Het aandeel vrouwelijke universitair hoofddocenten – de kweekvijver voor doorstroom naar hoogleraarschap – is hoger dan onder de hoogleraren, namelijk 28% in 2017.

Vrouwen ondervertegenwoordigd in hoger management

Vergeleken met hun aandeel in de werkzame beroepsbevolking als geheel zijn vrouwen licht ondervertegenwoordigd op het hoogste beroepsniveau. Daarentegen is het aandeel vrouwen in het hoger management.

Vrouwen in hoger management

sector zorg en welzijn

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 30 27 32 35 36 42.3
RvB 31 32 37 41 35 40
eerste echelon onder RvB 50 52 52 53 57 55
tweede echelon onder RvB 57 58 61 60 65 65

grote bedrijven

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 10.1 10.5 13.2 14.3 21.382 25.4
RvB 6.3 6.9 7.3 9.4 13.5 13.8
eerste echelon onder RvB 14.7 15.3 16.9 20.6 18.9 22.5
tweede echelon onder RvB* 19.6 17.1 27.3 24.7 25.4

sociaal-economische sector

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 21 16.4 15.3 21.7 25.525 29.3
RvB 18 26.1 27.3 24.6 25.3 25.2
eerste echelon onder RvB 24.8 34 33 36.4 39.0048 38.39

grote maatschappelijke organisaties

# 2008 2010 2012 2014 2016 2018
RvC 32 27 29.9 28.1 30.9 34.7
RvB 38 38 32.3 31.3 29.6 36.9
eerste echelon onder RvB 48.6 40.4 45.7 48.5 45.6 48.9

aExclusief onderwijsvolgenden.

bVoorlopige cijfers.

Bron:CBS (EBB’13, ’15 en ’17)

In alle sectoren (uitgezonderd de bouwnijverheid) zijn vrouwen ondervertegenwoordigd in het management. In de meeste sectoren bedraagt het aandeel vrouwen in het hogere management ongeveer de helft van het totale aandeel vrouwen in dezelfde sector. In de informatie en communicatie, de zakelijke dienstverlening en de overheid en zorg is de ondervertegenwoordiging van vrouwen in het hogere management minder sterk. De overheid en zorg is de enige sector met meer vrouwelijke dan mannelijke hogere managers. Maar ook daar zijn er minder vrouwen in het management dan in de sector als geheel.

Bijlage

Wat verstaan we onder managers?

De term ‘managers’ verwijst naar personen die leidinggeven aan het gehele bedrijf of aan een afdeling binnen het bedrijf. Ze plannen, coördineren, geven sturing aan en evalueren de activiteiten binnen een bedrijf(sonderdeel). Managers zijn bevoegd om beslissingen te nemen over het financiële, strategische en personeelsbeleid van de organisatie of een onderdeel daarvan. Ze worden hierin vaak ondersteund of geadviseerd door andere managers.

Onder hogere managers worden managers op het hoogste beroepsniveau verstaan. Op dat niveau gaat het om beroepen met zeer complexe gespecialiseerde taken, waarvoor een hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau is vereist.

Managers vormen een afzonderlijke beroepsklasse binnen de BRC 2014.

Vrouwen met voltijdbaan zijn minder vaak manager dan mannen

In 2017 was 6% van de werkzame beroepsbevolking manager. De meeste managers werken op het hoogste beroepsniveau, een klein deel een niveau daaronder. Bij vrouwen is het percentage managers lager dan bij mannen: 3% tegenover 8%. Daarbij speelt onder meer mee dat vrouwen veel vaker in deeltijd werken dan mannen. Deeltijdwerkers hebben minder vaak een managementfunctie dan voltijdwerkers. Maar ook onder voltijdwerkers zijn vrouwen minder vaak manager dan mannen.

Managers naar arbeidsduur

aandeel managers, naar arbeidsduur, werkende bevolking van 15-64 jaar (a), 2017 (in procenten)

# deeltijd voltijd
vrouw 1.8 6.7
man 3.1 8.8

aExclusief onderwijsvolgenden.

Bron:CBS (EBB’17)

Werken migrantenvrouwen minder vaak als manager?

Anders dan bij werkende mannen varieert het aandeel managers onder vrouwen op het eerste gezicht niet of nauwelijks naar migratieachtergrond. Zowel van de werkende vrouwen met een Nederlandse als een niet-westerse achtergrond was in 2017 ongeveer 3% manager van beroep. Hierbij speelt mee dat migrantenvrouwen gemiddeld meer uren per week werken. Voltijds werkende vrouwen met een niet-westerse achtergrond zijn wel minder vaak manager (5%) dan voltijds werkende vrouwen met een Nederlandse achtergrond (7%).

Steun voor meer vrouwen in top, maar niet voor voorkeursbehandeling of boetes voor bedrijven

De meerderheid van de vrouwen en een grote minderheid van de mannen vindt dat het aandeel vrouwen in topfuncties moet toenemen. Daarnaast is er veel begrip voor de inspanningen van vrouwenorganisaties om het aandeel topvrouwen te vergroten. Ongeveer de helft van de bevolking schat in dat als vrouwen voltijds werken, zij even veel kans hebben om de top te bereiken. Aan de geschiktheid van vrouwen voor topfuncties wordt niet getwijfeld: het overgrote deel van de bevolking (rond 90%) vindt vrouwen en mannen even geschikt (niet in tabel). Maar mannen vinden wel iets vaker dat een man geschikter is (niet in tabel).

Verder is vier op de tien vrouwen en drie op de tien mannen voorstander van een vrouwelijke premier.

Over concrete maatregelen om meer vrouwen in de top te krijgen, denken burgers wisselend. Voorrang voor vrouwen bij managementtrainingen krijgt steun van een minderheid van de bevolking. Voor positieve discriminatie (voorrang voor vrouwen bij sollicitaties voor een topfunctie) en boetes voor bedrijven met weinig topvrouwen is maar weinig animo. Vrouwen ondersteunen deze maatregelen wel vaker dan mannen.

Opinies over vrouwen in topfuncties

vrouw

   man

het aandeel vrouwen in topfuncties zou in de komende vijf jaar flink moeten toenemen

63

43

vrouwen die voltijds werken, hebben evenveel kans als een man om een topfunctie te bereiken

48

56

het is goed dat vrouwenorganisaties zich inspannen om het aandeel vrouwen in topfuncties te vergroten

65

55

het zou goed zijn wanneer de volgende minister-president een vrouw is

41

29

bedrijven moeten vrouwen voorrang geven bij het deelnemen aan managementtrainingen

23

17

vrouwen moeten voorrang krijgen bij sollicitaties voor een topfunctie

13

8

grote bedrijven die weinig vrouwen in de top hebben, zouden een flinke boete moeten krijgen

9

8

Bron:SCP (EMOP’18)

Literatuur

ABD (2018). Jaarcijfers ABD 2017. Den Haag: Algemene Bestuursdienst (https://www.algemenebestuursdienst.nl/documenten/publicatie/2018/05/24/jaarcijfers-2017-algemene-bestuursdienst).

Dirven, H.J. en H. Bierings (2015). Vrouwen in het management. Een toepassing van de nieuwe Beroepenindeling roa-cbs 2014. In: Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, jg. 31, nr. 2, p. 210-218.

Dirven, H.J. en W. Portegijs, m.m.v. M. Cuijpers (2016). Arbeid. In: W. Portegijs en M. van den Brakel (red.), Emancipatiemonitor 2016 (p. 57-85). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau / Centraal Bureau voor de Statistiek.

Elite Research (2018). Onderzoek vrouwen in topfuncties bedrijfsleven. Uden: Elite Research.

Merens, A. en H.J. Dirven, m.m.v. M. Cuijpers (2016).Topfuncties. In: W. Portegijs en M. van den Brakel (red.), Emancipatiemonitor 2016 (p. 117-134). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau / Centraal Bureau voor de Statistiek.

ROA/CBS (2014). Beroepenindeling ROA-CBS 2014 (BRC2014). Maastricht / Den Haag / Heerlen: Research Centre for Education and the Labour Market / Centraal Bureau voor de Statistiek.

VSNU (2017). Monitor vrouwelijke hoogleraren 2017. Geraadpleegd op 3 augustus 2018 via https://www.lnvh.nl/site/Publications/Monitor/Monitor-Vrouwelijke-Hoogleraren-2017.

Deze kaart citeren

Merens (SCP), A. en H. J. Dirven (CBS) (2018). Komen er meer vrouwen in topfuncties?. In: Emancipatiemonitor: 2018. Geraadpleegd op [datum vandaag] via https://digitaal.scp.nl/emancipatiemonitor2018/komen-er-meer-vrouwen-in-topfuncties.

Informatie noten

De relatief sterke toename van het aandeel vrouwen in de rvb van de grootste 100 bedrijven kan worden toegeschreven aan de groei van het aantal buitenlandse bedrijven in de top 100, die doorgaans meer vrouwen in de top hebben dan Nederlandse bedrijven.

Een mogelijke verklaring hiervoor is dat minder vrouwen dan mannen ervaring hebben opgedaan in de echelons onder de rvb. Dat is noodzakelijk voor een benoeming in de rvb, maar niet voor benoeming in de rvc (De Jong 2011).

Een voldoende groot aandeel vrouwen in het eerste echelon is van belang omdat dit het reservoir vormt voor toekomstige topvrouwen in de rvb.

Algemene Bestuursdienst

Het aandeel topvrouwen is het hoogst bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) (49%), gevolgd door Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (45%) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) (42%). Op het ministerie van Defensie werken relatief weinig vrouwen in topfuncties (10%) (ABD 2018) aanzienlijk lager. In 2017 was een op de vier hogere managers een vrouw. Het aandeel vrouwelijke managers op het hoogste beroepsniveau is sinds 2013 vrijwel voortdurend toegenomen.

Beroepen op het hoogste niveau kenmerken zich door een hoge mate van complexiteit en door de omvang van de taken die bij deze beroepen horen. Voorbeelden van beroepen op het hoogste niveau zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar basis- of voorgezet onderwijs, arts, verloskundige, gespecialiseerd verpleegkundige, musicus en systeemanalist.

Hiervoor is de positie van vrouwen in de top en subtop van grote arbeidsorganisaties besproken. Om een beeld van de potentiële ‘kweekvijver’ voor de top in alle arbeidsorganisaties te geven, worden hier ook uitkomsten over managers gepresenteerd. Deze uitkomsten zijn gebaseerd op gegevens uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB) van het CBS.

Beroepenindeling ROA-CBS 2014. De BRC2014 is een van de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) afgeleide indeling van beroepen bedoeld voor toepassing in analyses en statistieken op nationaal niveau (zie ROA/CBS 2014)

Het lagere aandeel managers onder vrouwen kan voor een deel ook worden toegeschreven aan verschillen in bedrijfstak, leeftijd en soort arbeidsrelatie (Dirven en Bierings 2015). Ook hebben minder vrouwen dan mannen de ambitie om door te stromen naar topfuncties (Dirven en Portegijs 2016; Merens et al. 2016).

De tabel laat zien dat onder voltijds werkende vrouwen het aandeel managers kleiner is dan onder voltijds werkende mannen. De inschatting van de bevolking is dus wat optimistischer dan de feiten laten zien.