Gezondheid en zorg
Anna Maria Marangos en Sjoerd Kooiker
De gezondheidswinst die er aan het begin van deze eeuw nog geboekt is op het gebied van de levensverwachting, is in de periode 2008-2018 gestagneerd. Het psychisch welbevinden is in 2018 voor meerdere bevolkingsgroepen verslechterd vergeleken met 2008.
Levensverwachting
De afgelopen 10 jaar steeg de levensverwachting van vrouwen minder snel dan van mannen. Voor vrouwen was de levensverwachting gemiddeld 82,3 jaar in 2008 en 83,3 jaar in 2018. Bij mannen steeg deze met 1,9 jaar: van 78,3 in 2018 naar 80,2 in 2018. Sinds 2016 stagneert de groei van de levensverwachting.
Ervaren gezondheid
Van de inwoners in Nederland beoordeelt ruim driekwart (78%) zijn of haar gezondheid als goed of zeer goed. In 2008 was dat percentage nog 81%. Groepen die een goede gezondheid het meest rapporteren, zijn – niet geheel onverwacht – jongeren, mensen met een hoog inkomen en hoger opgeleiden. 35-64 jarigen, mensen met een laag inkomen en westerse migranten ervoeren achteruitgang in hun gezondheid; 65-plussers juist niet.
Psychisch welbevinden
Van alle volwassenen rapporteert 12% een laag psychisch welbevinden (neerslachtig, somber, zenuwachtig). In 2008 was dat nog 9%. Mensen met een laag inkomen, lage opleiding en een niet-westerse migratieachtergrond en vrouwen zijn oververtegenwoordigd. Het psychisch welbevinden nam voor alle leeftijdsgroepen af, met uitzondering van de 65-plussers.
Ziek en toch gezond voelen?
Ruim 60% van alle mensen met een aandoening of beperking ervaarde in 2018 toch een (zeer) goede gezondheid. Inzoomend op bevolkingsgroepen, blijkt dat percentage een stuk lager voor mensen met een aandoening of beperking uit de laagste inkomensgroep en degenen met een laag opleidingsniveau, nl. 48% resp. 53%.
Vitale 65-plussers
65-plussers steken gunstig af: in de periode 2008-2018, steeg het aandeel dat een (zeer) goede gezondheid ervaarde en nam het aandeel met een laag psychisch welbevinden niet toe. Het aandeel ouderen met lichamelijke beperkingen was in 2018 lager dan in 2008. Het aandeel 65-plussers dat thuiszorg ontvangt nam af van 21% in 2014 naar 17% in 2018 en het aandeel mantelzorgontvangers bleef vrij stabiel tussen 2016 en 2018.